dinsdag 3 juni 2014

Een reisverslag: Goloka Dhama


Donderdag 29/05/2014 zijn we met zijn drieen vertrokken naar Goloka Dhama in Abentheuer/ Duitsland. Het is vanaf Rotterdam zo'n 4 uren rijden. Bijna aangekomen op de plaats van bestemming realiseerden we ons dat we te laat zouden aankomen voor de prasadam van 14.00 uur. Toen hebben we maar besloten wat hapjes te halen bij een bakkerij in een dorp in de buurt. Aangekomen in Goloka Dhama werd per direct duidelijk wat een oase van rust het aldaar is. Het tempelterrein ligt net buiten het dorp en midden in de natuur. Rondom de tempel vind je grote bossen in een heuvelachtig landschap, het is een beschermd natuurgebied met meanderende riviertjes, rotspartijen, wilde zwijnen, bijzondere vogelsoorten, forellen et cetera. Je kunt hier dan ook uren wandelen/ japa walks houden. Kjik wel uit dat je niet verdwaalt want het natuurgebied strekt zich ver uit.
Middenin dit gebied ligt het pareltje, Goloka Dhama geheten met haar prachtige beeldgedaanten. Zij heten Radha Madan Mohana. Daarnaast zijn er op het altaar chota Radha Krishna, Gaura Nitai en saligrama sila's te zien. Het zijn allemaal prachtige verschijningen. Tegenover het altaar is een mooie beeldgedaante van Srila Prabhupada te zien. Er is een gastenhuis, een asram en er staat een klein aantal huizen van toegewijden. Het terrein is niet heel groot maar oh zo iddilisch.


Toen we 's avonds nog een bezoek brachten aan de tempel, bleek er prasadam te zijn die die middag geserveerd was. Ooohhh, toch nog prasadam, sterker nog, maha-prasadam want alles wat aldaar gekookt wordt, wordt op het altaar geofferd! Wat hebben we toch weinig vertrouwen in God. Hij heeft weer voor ons gezorgd terwijl we al hapjes hadden ingekocht. De koks die koken voor Krishna zijn echte experts. De prasadam is echt super! Iedere dag waren er heerlijke subji's, salades en zoetigheden.

Op het zondagsfeest was Bhakti Vijnana Swami aanwezig, een discipel van Srila Prabhupada. We hadden hem nog nooit ontmoet. We hadden de wens om Maharadja het eerste fruithapje aan Nadia te laten geven. We mochten dan ook om 12.30 uur bij hem langskomen, met veel vaardigheid gaf hij haar de eerste hapjes. Erg leuk en zeer genadig om mee te maken. Bhakti Vijnana Swami en ik hebben nog wat gelachen want in mijn eerlijkheid zei ik tegen hem dat ik niet van zijn bestaan af wist totdat we er achter kwamen dat hij naar Goloka Dhama zou komen. Het is een zeer vriendelijke Swami en hij staat bekend om zijn grote kennis betreffende de geschriften. Om 14.00 uur heeft hij een lezing van een uur gegeven om daarna snel op te stappen want hij moest weer verder met reizen. Op dat moment realiseerden we ons hoeveel genade we eigenlijk hebben gekregen want hij was nog geen 18 uren aanwezig op Goloka Dhama en heeft zelfs voor ons, voor hem onbekenden, tijd vrijgemaakt.

Mocht je er ooit naar toe gaan, vergeet dan niet op het zondagsprogramma maha-sweets te kopen. Ze hebben prachtige en zeer smakelijke maha-prasadam-sweets. Mensen staan hiervoor in de rij dus wees er op tijd bij want op=op.
De toegewijden die er wonen zijn heel gastvrij, behulpzaam en contact maken is laagdrempelig. Ze vinden het leuk gasten te ontvangen. Je kunt merken dat er niet heel veel bezoekers langskomen, laat staan toegewijden. Voor velen staat Radhadesh op nummer 1 als heilige plek maar we kunnen Goloka Dhama van harte aanbevelen. Heb je behoefte aan rust, een prachtige natuur en eenvoud(die zowel zichtbaar is aan de uiterlijke kenmekren van de tempel en de behuizing erom heen alswel aan de toegewijden) dan is dit een echte aanrader. Hooguit een uur langer rijden dan Radhadesh.

Met weemoed hebben we dan ook afscheid genomen van deze heilige plaats en we zullen er zeker vaker heengaan. Hari-Haribol!!!!

zaterdag 3 mei 2014

Het lachen van Srila Rupa Goswami


bhakta-sthane-sabadhana habe sarva-mate

yena kona akausala nahe tan'ra cite


Wees altijd voorzichtig in de omgang met toegewijden en veroorzaak nimmer pijn in hun harten


akausala ha-ile saba haya antaraya

prasanga paiya kichu kahiye ethaya


Door het veroorzaken van pijnlijke gevoelens bij toegewijden veroorzaakt stuikelblokken op iemand zijn pad


Eens zat Srila Rupa Goswami in diepe meditatie waarbij hij grote blijdschap in zijn hart voelde. Terwijl hij in zijn samadhi zat, zag hij een prachtig spel en vermaak van de Heer. De gopi's waren Srimat Radharani aan het versieren terwijl Krishna over haar schouder meekeek. Krishna liet zijn aanwezigheid aan de gopi's zien, wat toenemend geluk in hun harten gaf, maar Radharani was zich niet bewust van Krishna zijn aanwezigheid. Op vele manieren versierden de gopi's het haar van Radharani. Daarna hielden zij haar een spiegel voor. Toen zij haar eigen prachtige gezicht zag, zag zij ook het maan gelijke gezicht van Heer Krishna in de spiegel. Radha werd terstond zeer verlegen en bedekte haar gezicht snel met haar kleding. De gopi's moesten hierom erg lachen en Srila Rupa Goswami lachte met ze mee.

Juist op dat moment arriveerde een vaisnava die erg graag Srila Rupa Goswami wilde zien. Toen hij Rupa Goswami zo zag lachen, zei de vaisnava niets maar ging hij naar Sanatana Goswami met een zwaarmoedig hart(volgens de traditie van Vrindavana was het een beroemd vaisnava, Krishnadas geheten. Er wordt gezegd dat Krishnadas kreupel was en niet kon lopen en dat toe Rupa Goswami lachte, Krishnadas dacht dat hij lachte om de handicap van Krishnadas.)

De vaisnava vertelde Sanatana Goswami: ik kwam om Rupa Goswami te zien maar toen hij me zag, brak hij terstond in lachen uit. Mijn hart is zo verdrietig! Ik weet niet waarom hij zo reageerde op deze manier. Ik zei niets maar ben naar jou toegekomen om raad te vragen. Sri Sanatana legde toen de reden uit waarom Rupa Goswami zo hard moest lachen. Toen de vaisnava dit hoorde, werd hij zeer berouwvol. Hevig treurend, zei hij: Waarom heb ik hem op dat moment benaderd? Zijn hart niet begrijpende heb ik een zware overtreding begaan. De vaisnava was volledig van zijn stuk. Sanatana Goswami stelde hem gerust en bracht hem weer bij zinnen.

Op het moment dat de vaisnava zich beledigd voelde in de aanwezigheid van Rupa Goswami, verloor Rupa Goswami zijn visoen betreffende het spel en vermaak van de Heer. Hij was erg verstoord en keek om zich heen. De situatie voorzichtig in ogenschouw genomen, concludeerde hij dat iemand hem bezocht moest hebben toen hij in de diepe meditatie was. Hij zei: ik heb de persoon die langskwam niet geeerd en daarmee heb ik een overtreding begaan. Op deze wijze denkende, ging ook Rupa Goswami naar Sanatana Goswami.

Toen de vaisnava Rupa Goswami zag aankomen, benaderde de vaisnava hem. Zich op de grond werpend, bracht hij zijn eerbetuigingen. Met grote nederigheid zei hij tegen Rupa Goswami: Oh grote ziel, ik heb een overtreding jegens jou begaan. Vergeef me alsjeblieft. Eerder kwam ik naar je toe om je te zien maar had niet in de gaten dat je in diepe meditatie was. Staand voor Rupa Goswami , bad de vaisnava: Wees alsjeblieft vriendelijk voor mij en vergeef mijn overtreding. Als je me genadig bent dan alleen zal mijn hart vredig zijn.

Toen Rupa Goswami deze woorden hoorde, raakte zijn hart geroerd. Zich op de grond werpend, bracht hij zijn eerbetuigingen aan deze vaisnava. Hij vouwde zijn handen en zei: Ik heb de kracht niet om je te kunnen zeggen wat voor grote overtreding ik jegens jou begaan heb. Vergeef me alsjeblieft.

Beide toegewijden waren zeer nederig en beiden waren vervuld van bhakti-rasa. Elkaar vergiffenis schenkende, werden beiden vredig. Gezamenlijk gingen zij naar Sanatana Goswami en lange tijd wisselden zij van gedachten en genoten zijn van de onderwerpen die Krishna betreffen.

Zoals uit dit verhaal geconcludeerd kan worden, waarschuwt Srila Narahari Chakravarti iedereen met de volgende woorden:

ohe bhai vaisnavete sabadhana habe

pranapana kari'aparadha ksamaibe


Oh mijn broeders, wees zeer voorzichtig in de omgang met vaisnavas. Bedel om vergeving met jouw gehele hart en ziel voor welke overtreding dan ook.

vaisnavera dosa-drste habe sabadhana

nirantara karibe vaisnavera guna-gana


Kijk niet naar de fouten van een vaisnava maar bezing altijd hun glorie


purva purva bhagavata-gana ei kaya

vaisnavera kriya-mudra vijne na bujhaya


Alle eerdere vaisnava's hebben gezegd: Niemand kan het gedrag van een vaisnava begrijpen


sri-krsna-caitanya prabhu priya-bhakta-dvare

anyere dilena siksa ei ta'prakare


Alhoewel Rupa Goswami een zeer verheven toegewijde is die zeer dierbaar is voor Heer Caitanya Mahaprabhu, gebruikte de Heer hem om aan ons de gevaren van vaisnava aparadha te onderwijzen


bhakta-pada-padma dhari'mastaka-upara

bhakti-rasa-sayare dubaha nirantara


Houdt de lotusvoeten van de toegewijden altijd op het hoofd en duik altijd in de nectar van toegewijde dienst

zaterdag 1 maart 2014

De Maha-mantra


De maha-mantra

Hare Krishna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare

De maha-mantra brengt je bij de lotusvoeten van Krishna(C.C. adi 7.73). In de verschillende yuga’s (Satya/Treta/Dvapara werden mantra’s gereciteerd) om bevrijding te bieden uit het materiele bestaan. Daarnaast deden de yogi’s zware boetedoeningen zoals alleen lucht eten. In Kali-yuga worden zware boetedoeningen zoals die verricht werden in de vorige yuga’s afgeraden en zijn zelfs (bijna) onmogelijk. Heer Caitanya heeft aanbevolen om in Kali-yuga de maha-mantra te chanten: harer name…………nastir De maha-mantra en Sri Krishna zijn hetzelfde. In de spirituele wereld zijn Krishna’s namen niet verschillend van Sri Krishna zelf. De namen van Sri Krishna zijn cintamani, transcendentaal. De transcendentale namen van Sri Krishna zijn zalig. Ze brengen alle spirituele zegeningen want ze zijn Sri Krishna zelf, de bron van alle geluk, omdat Sri Krishna’s namen niet in aanraking zijn met de materiele kwaliteiten, is er geen sprake van dat de namen betrokken zijn in maya. Het volgende verhaal illustreert de onschatbare waarde van de heilige namen van Sri Krishna: Ooit vroeg een discipel aan zijn guru om het grootste geheim van bhajana te onthullen. De guru antwoordde: de grootste geheime kennis van bhajana is om altijd de maha-mantra te chanten. Hare Krishna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare. Nadat de discipel de guru’s asrama verlaten had, ontmoette hij een groep arme kledingwassers die de maha-mantra aan het chanten waren terwijl ze kleding aan het schrobben waren op de oever van de Yamuna. Daarna hoorde hij een groep jonge meisjes de maha-mantra aan het chanten terwijl ze koeienmest aan het verzamelen waren. Toen de discipel een riksha nam, chantte de oude man de gehele route tot de discipel bij zijn guru’s asrama terug kwam de maha-mantra. De discipel ging naar zijn guru en zei: Gurudeva! Wat heb je me voor geheim aan me verteld die iedereen al weet zo ook kledingwassers, jonge meisjes, riksha’s, et cetera. Is dit nu echt het grootste geheim van bhajana? In plaats van een verregaande uitleg te geven, gaf zijn guru hem een kostbaar juweel en hij zei: laat dit juweel aan hen allemaal zien en zie of zij de waarde van dit juweel kunnen waarderen. Zo liet de discipel het juweel zien aan de kledingwassers maar zij konden de waarde ervan niet zien. Ze zeiden het wel te willen gebruiken om de was mee te schrobben. De discipel weigerde het juweel te geven en zei: jullie zullen er dan ook de juiste prijs voor moeten betalen! Een steen of een stuk out zal voor jullie voldoende zijn om de was mee te schrobben! Toen de riksha het juweel zag, zei hij: omdat de steen wat ruw is, kan ik het gebruiken om de dode huid van mijn voeten te schrapen. Ben je gek! En de discipel liep naar de groep jonge meisjes. De meisjes zeiden: oh, we zouden de steen kunnen gebruiken om de koeienmest mee te scheppen. De discipel ging terug naar zijn guru en zei: Gurudeva, niemand wil de juiste waarde voor dit kostbare juweel geven noch konden zij de juiste waarde ervan taxeren. Ja, zei de guru, en op dezelfde wijze kunnen de meeste mensen niet de juiste waarde schatten van het chanten van de maha-mantra. De maha-mantra is een openbaar geheim die alleen geopenbaard wordt aan hen die zich hiervoor kwalificeren.

Chant iedere dag de maha-mantra. Alleen door middel van vertrouwen, devotie en constant chanten, kan iemand de grootsheid van Sri Nama geopenbaard worden. In deze duistere tijd van Kali-yuga is Krishna nama de gemakkelijkste, snelste, veiligste en zekere weg om spirituele perfectie te verkrijgen in liefde voor God. Inzake zelfrealisatie is nama-japa de koning van alle sadhana’s want nama: Openbaart het spiritueel lichaam;

Vernietigt alle zonden;

Biedt bevrijding uit de materiele wereld;

Biedt eeuwige rijkdom(van de heilige namen);

Biedt bhava en prema(liefde voor God).


De drie stadia van het chanten

Wat zijn de drie stadia van het chanten? Nama-aparadha;

Nama-bhasa;

Suddha-nama.


Stadium 1: Nama-aparadha

Het eerste stadium en het laagste niveau van chanten is nama-aparadha. Nama-aparadha betekent overtredingen maken jegens de heilige naam. We moeten in het begin niet verwachten dat, wanneer we net beginnen met chanten, er geen moeilijkheden op dit pad komen. Tijdens het chanten zullen onze zintuigen onze pogingen tot chanten in de weg zitten. We zijn vol van allerlei gedachten die tijdens het chanten opspelen dus we moeten ons wapenen om te voorkomen dat we één of meer van de 10 overtredingen zullen begaan jegens de heilige namen. We kunnen bemerken dat we nama-aparadha begaan doordat we dan veelal de smaak en aantrekkingskracht van de heilige naam verliezen en we minder zin hebben in het lezen van geschriften, het dienen van Sri Guru, sadhu-sanga, et cetera.

De volgende overtredingen jegens de heilige naam zijn: Kwaad spreken over toegewijden die hun leven wijden aan het verkondigen van de heilige namen van de Heer.

Denken dat de namen van halfgoden als Heer Shiva of Heer Brahma gelijk zijn aan de namen van Heer Vishnu of er onafhankelijk van zijn.

Zich niet houden aan de aanwijzingen van de geestelijk leraar.

Zich spottend uitlaten over de vedische geschriften of geschriften die erop gebaseerd zijn.

Denken dat de heerlijkheid van het chanten van Hare Krishna op fantasie berust.

De heilige namen van de Heer op de één of andere manier interpreteren.

Zondige activiteiten begaan en denken dat we door het chanten geen terugslagen zullen krijgen.

Het chanten van Hare Krishna beschouwen als één van de gunstige rituele activiteiten, aanbevolen in de veda’s onder noemer van vruchtdragende activiteiten(karma-kanda).

Uitleg geven over de heerlijkheid van de heilige namen aan ongelovigen.

Niet volkomen geloven in het chanten van de heilige namen en aan het materiele leven gehecht blijven, zelfs nadat men het betreffende onderricht goed begrepen heeft.

Onoplettend chanten. De drie categorieën van onoplettend chanten zijn: onverschilligheid, luiheid en afgeleid worden.

Bescherming en verdediging tegen nama-aparadha

Diegene die de vier kwaliteiten: nederigheid, tolerantie, respect voor anderen en trotsloosheid ontwikkelen, zullen beschermd worden en geen overtredingen begaan. Eén van de verzen van Heer Caitanya illustreert dit:

Trnad api sunicena, taror iva sahisnuna

Amanina manadena, kirtaniyah sadaharih

Iemand die zich lager acht dan het gras, die verdraagzaam is als een boom en die geen persoonlijke eer verwacht maar die altijd klaar staat om anderen zijn respect te betonen, kan gemakkelijk de heilige namen van God chanten.

Er zijn tien verdedigingsmiddelen om zonder overtredingen te chanten:

Dien de vaisnava’s.

Vereer Sri Radha Krishna als de absolute. Wees overtuigd dat alle levende wezens, inclusief de halfgoden, eeuwige dienaren zijn van Sri Krishna en afhankelijk van Hem zijn.

Geef je volledige respect aan de guru en realiseer je dat je Sri Krishna niet kan verkrijgen zonder de genade van de guru (guru-krpa).

Vereer de geschriften en realiseer je dat je alleen spirituele realiteit kan zien door de ogen van de geschriften (sastra). Wees volledig overtuigd dat de heilige naam eeuwig gevestigd is op het puur transcendentale platform.

Geloof in de uitleg van de heilige naam gegeven door de geschriften en de heiligen.

Vernietig het verlangen om slechte dingen te doen.

Geef ritualistische vrome daden op.

Predik alleen de glorie van de heilige naam aan de gelovigen.

Chant met aandacht en volle overgave de heilige naam.

Stadium 2: Nama-bhasa

Nama-bhasa wordt het schoonmaakproces genoemd omdat dit het hart zuivert van alle slechte dingen. Hoewel nog niet perfect, iemand luistert aandachtig naar zijn chanten, voorkomt met voorzichtigheid overtredingen en chant met vastberadenheid en enthousiasme.

Nama-bhasa wordt gedefinieerd als dat wat verschijnt als de heilige naam maar nog niet echt de heilige naam is. Het verschil tussen nama-bhasa en nama-aparadha is dat nama aparadha onzuiver chanten met zintuiglijk genieten is of bevrijding is gebaseerd op mayavadi gedachte. Alle andere vormen van aparadha is nama bhasa. Onthoud dat zolang iemand een nama-aparadha begaat en chant in nama bhasa, er hoop is dat nama bhasa verdwijnt en suddha-nama zal verschijnen. Ook al kan het erop lijken dat aparadha’s afwezig zijn op het niveau van nama-bhasa dan zijn er nog steeds sporen van anartha’s en avidya aanwezig. Anartha’s en avidya moeten op het niveau van nama-bhasa overwonnen worden. Iemand zal zeker het niveau van suddha-nama verkrijgen door sadhu-sanga, continue chanten en een verlangen om anartha’s te verwijderen.

Stadium 3: Suddha-nama

De zuivere naam (suddha-nama) is het resultaat van een staat van bewustzijn die compleet vrij is van andere verlangens. De zuivere naam wordt alleen gechant voor Krsna-prema. Er is geen ander verlangen dan het doen voor Krishna’s plezier. Je kunt geen zuivere namen chanten door chanten alleen en te luisteren naar de geluidsvibratie. Het is absoluut noodzakelijk de genade te ontvangen van een zelfgerealiseerd spirituele guru die de waarheid van de nama kent en associeert met zuivere toegewijden. Uiteindelijk moet je continu smeken om genade terwijl je Radha Krishna en zijn eeuwige metgezellen bedelt om de gift van suddha-nama.

Hoe te chanten?

Srila Prabhupada legde de nadruk op vier regels voor japa:

Goed duidelijke uitspraak;

’s ochtends vroeg chanten ( brahma-muhurta);

Volledige concentratie;

Actief luisteren.

Het beste is om te chanten op Tulasi-kralen omdat Tulasi Krishna’s favoriete plant is. De Heer geeft special dienst aan iedereen die Tulasi-devi draagt, vasthoudt of vereert.

Is het beter om luid of stil te chanten?

Ramapadahati en hari-bhakti vilasa zeggen dat er drie manier van chanten zijn: als je luid chant krijg je 1 maal voordeel, als je zachtjes chant krijg je 100 maal voordeel en als je in de geest chant 1000 maal voordeel. Haridasa Thakur zei dat luid chanten 1000 maal genadiger is dan in de geest te chanten omdat je niet alleen zelf de resultaten ervan krijgt maar dat alles en iedereen die de namen hoort direct naar Vaikunthaloka gaan als ze sterven.

Eindigen van de Japa.

Nadat je 16 rondes gechant hebt, kun je beter niet gelijk opstaan. Blijf een paar minuten rustig zitten, sluit je ogen en concentreer je op Radhe Syama. Doe een kort gebed voor Radhe Syama, je eigen deitie of Sri nama prabhu en je guru en ga dan door met de verdere verplichtingen.

Yoga technieken voor concentratie.

Concentratie wordt dharana genoemd in Sanskriet, wat betekend: zich totaal richten op een object. Een voorbeeld van concentratie is wanneer iemand helemaal opgaat in tv kijken. Je kunt doen of zeggen wat je wilt, je krijgt geen contact met deze persoon. Het punt om je op te concentreren is de ajna chakra ofwel trikuti, het zogenoemde derde oog. Je sluit je ogen en richt je ogen op het derde oog. Srila Prabupada heeft gezegd dat je concentratie kunt ontwikkelen door middel van afzondering, volharding, onthechting en naar eigen goeddunken. In de bhagavad Gita wordt gezegd dat de geest kan worden gecontroleerd door middel van voortdurend oefenen. De beste zithouding is de lotushouding of in kleermakerszit want deze posities zorgen ervoor er een continue stroom van energie is. Houd het hoofd, de nek en de borst in een rechte lijn zonder spanning. Adem diep en langzaam, ontspan de ogen, nek en gezichtspieren. Sluit de ogen en fixeer je op het derde oog en probeer een vorm van Sri Krishna voor de geest te halen. Gaan de gedachten een andere richting op, breng ze weer terug naar een vorm van Sri Krishna. Houd de geest rustig. Vind je dit te moeilijk, houd dan de ogen open en richt ze op een deitie of een foto ervan.

De betekenis van de maha-mantra.

Wanneer je de maha-mantra met een vaag begrip van de betekenis chant, kun je niet de perfectie van prema verkrijgen. Ieder woord in de maha-mantra verwijst specifiek naar Radha en Krishna. Zoals Srila Bhaktisiddantha Sarasvati Thakur zei: anders zou je kunnen eindigen in Ayodya of Vaikuntha. Het woord Rama betekent Radha Ramana ofwel Sri Krishna die Srimati Radharani pleziert. Hare betekent Radha. Hara(Radha) betekent iemand die in staat is de aandacht van Sri Krishna te trekken. Krishna betekent hij die het meest aantrekkelijk is.

Vereniging en scheiding in de maha-mantra

Hare Krishna betekent Radha en Krishna samen verenigd in hun liefde. Zij hunkeren altijd naar een uniek type van ongeëvenaarde, krachtige, al aantrekkelijke, oneindig zoete liefde, madhurya-prema genoemd. Deze prema verbindt Radha en Krishna met ongelooflijke aantrekkingskracht. Krishna Krishna betekent dat Radha gescheiden is van Krishna. De smaak van prema missend, roept Radha: Krishna, Krishna waar ben je? Waar kan ik Krishna vinden? Hare Hare betekent dat Krishna gescheiden is van Radha. Terwijl Hij haar zoete smaak van liefde mist, roept Krishna uit: Radha! Radha! Waar ben je? Waar kan ik Radha vinden? Hare Rama betekent Radha Ramana zijn samen en verenigd in hun liefde. De mooiste, charmantste jonge liefde die Krishna perfect pleziert op alle mogelijke manieren. Rama Rama betekent dat Radha roept: Ramana! Ramana! Waar kan ik mijn Ramana vinden? Hare Hare betekent dat Ramana gescheiden is van Radha en roept: Radha! Radha! Waar kan ik mijn Radha vinden?

De verscheidene acarya’s hebben een eigen persoonlijke relatie met de maha-mantra en de maha-mantra heeft zich aan hen openbaart op een persoonlijke manier waarin Radha en Krishna zich hebben openbaard.

Japa meditatie technieken

Chant met volle overgave en dienstbaarheid, anders is het alsof een pistool losse flodders schiet in plaats van echte kogels. Chanten moet onzelfzuchtig zijn en alleen voor Sri Krishna’s plezier gedaan worden. Je grondhouding moet uitnodigend zijn om Sri Krishna te ontvangen.

Er zijn 8 regels om de japa te verbeteren:

De avond voorafgaand aan het chanten geen rijst of zwaar voedsel nemen voor het slapen gaan. Als je nog iets wilt eten, neem dan wat warme melk of wat fruit. Hierdoor slaap je beter, sta je ’s ochtends gemakkelijk op en heb je een volle batterij om aandachtig te chanten. Spreek ’s avonds met jezelf af dat je morgenochtend met volledige concentratie en met oprecht gevoel zal chanten. Als je wakker wordt, neem je eerst een douche of was tenminste je mond, gezicht, handen en voeten. Tijd, plaats en geest. Chant heel vroeg in de ochtend, het liefst met toegewijden en Tulasi-devi of zoek een plek in huis waar je niet afgeleid wordt. Bidt tot de heilige namen om je te helpen te chanten met volle overgave en aandacht, zuiver en vrij van overtredingen. Als de geest wordt afgeleid, kalmeer dan de geest met gebeden, pranayama of luid chanten. Sit properly! Rechtop zitten ondersteunt de concentratie en chant zonder onderbrekingen met een duidelijke articulatie. Concentratie. Concentreer je op de geluidsvibratie.

Houd de geest onder controle. Trek de geest terug als die wil afdwalen. Let op! Yoga sastra’s vertellen dat tamo-guna en slaap aanvallen na 1 uur mediteren. Houd dit in de gaten en wanneer je dit bemerkt chant hardop, ga een japa wandeling doen, drink wat koud water, gooi wat koud water over je gezicht, ga twee minuten op je hoofd staan of doe wat rek-en-strek oefeningen en ga daarna weer door met chanten.

Absorbeer vier kwaliteiten: nederigheid, tolerantie, respect voor alles en trotsloosheid.

Meditatie: mediteer tijdens het chanten op Radha Syama of op de betekenis van de heilige namen zoals geopenbaard door voorgaande acarya’s.

Mood: chant met gevoelens van verlangen voor Sri Krishna, huilen voor Sri Krishna, smachten naar Sri Krishna.

Chanten in associatie met zuivere toegewijden

Dit wordt ten zeerste aangeraden in het geschrift Harinam cintamani. Voor veel toegewijden is het niet gemakkelijk te chanten zonder de guru of andere verheven vaisnava’s. Om goede associatie te hebben, heeft Srimati Radharani uit compassie Vrinda devi gezonden (haar meest vertrouwelijke dienares) in de vorm van Tulasi devi. Sri Krishna verblijft in ieder huis waar Tulasi devi aanwezig is. Narada Muni zei tegen Mrgari, de jager: je zou dagelijks de Tulsi planten moeten omcirkelen, haar dienen door haar water te geven en oponthoud lijk de maha-mantra moeten chanten. Op deze manier kun je enorme spirituele vooruitgang maken (CC madya 24-261).

Van nama naar lila

Harinam Cintamani beschrijft vijf stappen om perfectie te bereiken in het chanten van de heilige namen: Vermijd de tien overtredingen. Probeer de namen duidelijk te chanten terwijl je luistert naar de geluidsvibraties. Als stap 1 goed gaat, kun je mediteren op een vorm van Radha Syama of zittend voor beeldgedaanten en chanten terwijl je darsana neemt.

Als je op het punt gekomen bent dat de namen en een vorm van Radha Krishna samensmelten, kun je op de 64 kwaliteiten van Sri Krishna mediteren. Op deze manier smelten de nama, rupa en guna samen. In dit stadium wordt het gewoon om de pastimes van Sri Krishna te herinneren, genaamd lila-smarana en zal samensmelten met nama, rupa en guna. Door voortdurende oefening zal men tot het punt komen om de intieme achtvoudige pastimes van Radha Madhava te mediteren. Hierna zal je de volledige smaak van nama-rasa hebben tijdens het chanten. De magie van 64 rondes

Srila Prabhupada probeerde de dagelijkse standaard van 64 rondes te introduceren. De discipelen waren verbijsterd en zeiden: onmogelijk! Waarschijnlijk heeft Srila Prabhupada toen de beroemde woorden gesproken: onmogelijk is een woord uit een dwazen woordenboek. Uit compassie voor de discipelen heeft ij de standaard teruggebracht naar 16 rondes. Maar waarom zouden we alleen maar 16 rondes chanten? Wie wil er als gevallen worden beschouwd? Sta op en vecht, handhaaf de standaard zoals de spirituele traditie vanaf Caitanya naar ons is gekomen. Probeer dagelijks je rondes te vermeerderen. Srila Puri Maharadja gaf het volgende advies: het is niet onmogelijk om 64 rondes per dag te chanten, het zijn maar vier meditaties van twee uur op een dag. Sta op om 04.00 uur en chant tot 06.00 uur dan heb je 16 rondes, chant 16 rondes na het ontbijt, een beetje lezen et cetera voor 12.00 uur en zorg dan dat je nog twee maal twee uur mediteer voor zonsondergang.

Wat zijn de voordelen van het chanten van de maha-mantra:

Het beste middel om Kali-yuga te ontstijgen.

Het zuivert het hart.

Brengt de zintuigen onder controle.

Brengt transcendentale kennis.

Atonement. Vertrouwen in God.

Bevrijding.

Liefde voor God.

zondag 2 februari 2014

Kapatya deel I-het grote struikelblok: oneerlijkheid


asuranam sudha-danam

sarpanam iva durnayam

matva jati-nrsamsanam

na tam vyabhajad acyutah

Demonen zijn van nature slinks als slangen. Daarom was het niet raadzaam om ze een deel van de nectar te geven want dit zou net zo gevaarlijk zijn als het geven van melk aan een slang. Dit alles overwegende, gaf de Allerhoogste Persoonlijkheids God geen deel van de nectar aan de demonen.

Er staat vermeld, sarpah krurah khalah krurah sarpat kruratarah khalah, een slang is erg slinks en afgunstig en ook een demonisch persoon is slinks en afgunstig. Mantrausadhi-vasah sarpah khalah kena nivaryate, iemand kan een slang bedwingen door middel van matra's, kruiden en verdovende middelen maar een slinks en afgunstig persoon kan op geen enkele maniet onder bedwang gehouden worden. Deze logica overwegende, vond de Allerhoogste Persoonlijkheid God het onverstandig om nectar te geven aan de demonen(Srimad-Bhagavatam 8:9:19).

Een oneerlijk persoon is gevaarlijker, afgunstiger en wreder dan een slang. Een slang kan bedwongen worden door mantra's, kruiden en verdovende middelen maar een oneerlijk persoon kan niet bedwongen worden door wat dan ook. Er wordt gezegd dat deze oneerlijkheid, kapatya, een groot struikelblok is op het pad van devotionele dienst. Alle acaryas, sastra, sadhus en mahajanas hebben gezegd dat, saralata vaisnava atva, eenvoud is vaisnavisme. Zij die echte vaisnavas, sadhus zijn, zijn zo eenvoudig als een kind. Stel je voor dat je ergens gaat zitten om iets te eten. Vele mensen zitten aldaar in rijen opgesteld en het eten wordt geserveerd. Jij bent een grote eter en je hebt een grote maag. Je bent niet tevreden met een klein beetje eten maar wanneer je denkt: Oh al deze mensen zullen van me denken dat ik een veelvraat ben wanneer ik hun aanwezigheid meer eten voor mezelf vraag. Dan wanneer het eten voor een tweede keer langs gebracht wordt dan zul je zeggen: nee, nee, nee hoor, ik heb voldoende gegeten. Dit is dus oneerlijkheid. Wanneer je dit zegt dan blijf je hongerig. Waarom zeg je niet gewoonweg dat je meer wilt? Iemand die zeer eenvoudig is, zal zeggen dat hij nog honger heeft en hij zal om meer eten vragen.

Stel je voor dat een docent wiskunde aan het doceren is aan een aantal studenten. Er zitten vele studenten in de klas. Het niveau van het leervermogen van de studenten is niet gelijk. Sommigen zijn intelligent en sommigen zijn leeghoofdig. Deleraar geeft les en vraagt: hebben jullie het allemaal begrepen? Ja!, antwoorden alle studenten. Een leeghoofdige student die het allemaal niet heeft begrepen, zegt niet: ik heb het niet begrepen. Want als hij dit zegt wat zullen de anderen dan wel niet van hem denken? Hij is een leeghoofdig persoon, hij begrijpt niet wat de docent zo mooi heeft uitgelegd maar door verlegenheid of een andere reden, zegt hij: ja hoor, ik heb het prima begrepen. Maar wat zal er gebeuren? Hij maakt geen vooruitgang en hij kan niet doorstromen naar de hogere klassen in de wiskunde. Hij zal zijn examen niet halen, het is een struikelblok. Dit is kapatya.

Er is een gezegde in het Begali: naste se ghumta tanle have na, je bent gekomen tot het niveau om jpouw dans te demnontreren. In het algemeen komen de meisjes en vrouwen om dansvormen als de Odissi dans of Manipuri dans of een van de vele andere vormen van dansen op te voeren. Nu ben je op het podium om te dansen. Er is veel publiek die wchten om je te zien dansen. Je moet vele houdingen, mudra, laten zien. Maar als je een sluier over je hoofd doet terwijl je op het podium staat om te dansen, hoe zal dat dan uitpakken? Je kan jouw dans niet naar behoren uitoefenen en je kunt het publiek niet plezieren. Je bent aldaar gekomen om te dansen dus waarom ben je verlegen en doe je een sluier over jouw hoofd? Doe het af en dans! Dan zul je succes hebben en jouw dans perfect uit kunnen voeren. Dit is een vorm van kapatya.

Guru en Gauranga onderwijzen nooit kapatya

Guru en Gauranga onderwijzen nooit oneerlijkheid. Mahaprabhu onderwijst dit nooit maar hij onderwijst: saralata vaisnava atva, eenvoud is vaisnavisme. Ontwikkel, in deze gemoedstoestand, eenvoud in het hart en dan kun je Guru en Gauranga dienen. Maar als je oneerlijkheid hebt ontwikkeld dan kun je Guru en Gauranga niet dienen. Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura heeft gezegd: We volgen Guru en Gauranga. Gauranga Mahaprabhu heeft opgelegd, amara ajnaya guru hana tara' ei desa. Wie je dan ook ontmoet, je spreekt dat wat Krishna gesproken heeft. Bedenk niets zelf, beraam niets. Herhaal eenvoudigweg dat wat Krishna heeft gezegd. Herhaal het simpelweg zoals het is gezegd. Dus ik vraag je om een guru te zijn, amara ajnaya guru hana tara' ei dasa en je kunt de gehele wereld verlossen. Deze order is van mijn guru gekomen. Deze order heeft mijn guru ook ontvangen en mijn guru heeft deze zelfde order op mij overgebracht, dus ik doe het werk van een guru. We dienen geen dubbelzinnigheid hierin te ontwikkelen. We dienen deze order te volgen met grote, pure eenvoud. Guru en Gauranga leren ons eenvoud en geen dubbelzinnigheid. Door de order van Guru en Gaurabnga uit te dragen, kunnen we alles verslaan. Dag en nacht, 24 uur per dag dienen we ons bezig te houden met het liefdvol dienen van Guru en Gauranga en eenvoud in het hart te ontwikkelen. We dienen geen dubbelzinnigheid te ontwikkelen want anders kunnen we Guru en Gauranga niet dienen. Een oneerlijk persoon kan zich voordoen als de nummer 1 dienaar van Guru en Gauranga maar Guru en Gauranga kenne n het hart van zo'n oneerlijk persoon.

Iemand die echt slaapt, kan gemakkelijk wakker gemaakt worden maar iemand die doet alsof hij slaapt kan niet gemaakelijk wakker gemaakt worden omdat hij doet alsof. Iemand die echt slaapt, kan wakker gemaakt worden met geluidsvibraties. Maar je kunt niet iemand wakker maken die doet alsof, hij is een oplichter omdat hij een omeerlijk persoon is. Als het nodig is om naar de helse planeten om de order van Guru en Guaranga zoals zij is te bewerkstelligen dan dienen we bereid te zijn dit te doen. Als een oneerlijk persoon naar Brahmaloka zal gaan dan betekent dit nog niet dat hij verlost zal kunnen worden! Hij zal spoedig van deze plek vallen. Door eenvoud te ontwikkelen en iemand toch naar de helse planeten gaat dan zullen Guru en Gauranga naar deze helse planeten komen om deze persoon te verlossen omdat hij eenvoud in zijn hart ontwikkeld heeft.

Patita-pavana

Er wordt gezegd dat Guru en Gauranga, sadhu guru mahajana patita-pavana kapata-pavava noi, de verlossers zijn van de patitas, de diepst gevallenen. Zij zijn niet de verlossers van de oneerlijke personen, zij die dubbelzinnigheid en oneerlijkheid in hun harten hebben ontwikkeld. Die personen die van nature oneerlijk zijn, zijn mensen die speculeren. Zij speculeren op diverse zaken en zij volgen nooit de instructies zoals ze zijn. Zij voegen hun eigen overwegingen eraan toe en ze vedraaien het. Met andere woorden: zij speculeren en ze accepteren de essentie niet. Zij dragen alleen de last. Zij dragen een grote last zoals ezels. Een ezel is een dier dat een grote lading kan dragen, zij zijn de lastdieren. Ze accepteren ongewilde zaken, ze accepteren niet de essentie, sara. Zulke personen accepteren tijdelijke zaken als eeuwige zaken en eeuwige zaken als tijdelijke zaken. Het zijn dubbelzinnige personen. Ze kunnen niet begrijpen wat goed en wat slecht is omdat zij speculeren. Ze volgen nooit de instructies van de sadhu guru mahajana op een eenvoudige wijze. Ze maken dat wat eenvoudig is, slinks. Ze maken het erg ingewikkeld. De eenvoudige weg is daar maar ze volgen een zig-zag weg omdat zij niet eenvoudig van hart zijn. Zij kunnen geen perfectie verkrijgen. Dit is een groot struikelblok op de weg naar perfectie.

Accepteer de essentie

Er is een verhaal die vooral door Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura verteld wordt waarmee hij eenvoud en haar tegenhanger dubbelzinnigheid uitlegt. Er bestaan familie guru's en familie priesters die geen bonafide guru's zijn. Een voorbeeld hiervan is Sukracarya, die een familie guru van demonen was. Sukracarya adviseerde Bali Maharadja om zijn rijdom(dhana) niet aan Vamanadeva te geven. Vamanadeva zal hem namelijk alles afnemen. Maar Bali Maharadja was een mahajana, een toegewijde en hij verwierp deze guru. Zulke familie guru's bestaan namelijk. De vader is guru, dan wordt de zoon guru en dan zal de zoon guru worden. Door het proces van erfgenaam worden zij guru's maar zij zijn geen bonafide guru's. Door guru te zijn, onderhouden zij hun familie door pranama en pranami. Ze willen namelijk twee dingen: pranama en dandavat, eerbetuigingen en pranami, geld. ISKCON heeft ook een pranami-box. Iemand komt naar de tempel, brengt zijn eerbetuigingen en doet wat geld in deze box. Dit is vedische etiquette. Als je naar een tempel komt en een sadhu ontmoet, dan dien je niet met lege handen te komen. Je dient namelijk iets te overhandigen: patram puspam phalam toyam, yo me bhaktya prayacchati(Bhagavad-Gita 9:26), dat is wat Krishna gezegd heeft. Je kunt kunt fruit, bloemen, water, geld of een Tulasi blaadje aanbieden maar je dient niet met lege handen naar de tempel te komen om darsana te hebben van God of darsana van een sadhu te hebben. Dit is vedische etiquette.

De familie guru's komen eens per jaar naar de huizen van hun discipelen om pranama en pranami te verkrijgen. Guru Maharadja komt langs, de discipel brengt zijn eerbetuigingen, regelt een goede verblijfplaats voor 1 dag voor de Guru en maakt prasada voor hem klaar en geeft hem wat geld. Het is een jaarlijkse verplichting en hij heeft hiervoor te betalen. Zo een guru kwam eens naar het huis van een discipel en de discipel maakte heerlijke prasada voor hem klaar. De guru at het op en nadat de discipel zijn guru-bhakti tentoon spreidde kwam hij met haritaki. Het is een prima medicijn en het heeft vele voordelen. Als je dit regelmatig inneemt dan zuivert dit het bloed en zal je darmstelsel prima laten werken. Drie phala(fruit)zijn prima bruikbaar binnen de Ayurveda: haritaki, bhada en amala. Haritaki is bruikbaar. Kauw geen pan want dat is verboden. Het is een verdovend middel. Alhoewel pan aan de Heer geofferd kan worden, dienen we dit zelf niet te gebruiken. Door deze logica zeggen velen: Oh, je hebt het aan de Heer geofferd, dus waarom zouden we het zelf niet gebruiken? De sahajiya's nemen het wel, maar voor ons is het verboden. Krishna is almachtig, Hij kan pan nemen. We hebben de kracht niet om het te verteren dus het is verboden maar we kunnen wel haritaki nemen. Dus de discipel kwam met haritaki. De guru zei toen: oke, haal de onnodige delen van de haritaki eruit en geef me de delen die bruikbaar zijn. Dit betkende dat de guru zei: pel de haritaki. Maar de discipel dacht: oh, de schil is bruikbaar en het binnenste dient weggegooid te worden. Daarna gaf hij het harde zaad aan de guru. Hij draaide de kennis om. Hij is een speculant, hij is bharvahi sarahi noi. Hij accepteert de essentie niet maar hij accepteert de onnodige zaken. De guru kon niet van de haritaki genieten en zei: je bent zo'n onintelligente discipel, weet je dan niet dat de binnenkant van de haritaki onnodig is en dat de schil het nodige is? De volgende dag bracht de discipel hem een cardamon en dacht aan de gebeurtenis van de dag ervoor. Oh, de binnenkant van de kardamon is onbruikbaar en de schil is nodig, guru heeft me dit gisteren uitgelegd. Dus hij gooide de binnenzijde weg en gaf de schil aan de guru.

Patitya en Kapatya

Zij die alleen speculeren zijn oneerlijke mensen, kapati. Ze accepteren de zaken niet zoals ze zijn. Zij accepteren nooit de essentie. Ze accepteren vatsu als avastu, sat als asat en asat als sat. Daarom hebben sadhu's, guru's en mahajanas gezegd: iemand die echt serieus is,erg graag perfectie in dit menselijk leven wil verkrijgen(dit is Krishna-bhakti), is erg eenvoudig. Eenvoud is Vaisnavisme. Zij die echte sadhu's, Vaisnava's zijn, bezitten eenvoud van nature. Zij zijn toaal niet slinks. Deze slinksheid, kapatya is een groot struikelblok in het spiritueel leven. Het lijkt op een ziekte, patitya en kapatya. Iemand die een oneerlijk persoon is, is zelfs afgunstig jegens de dokter die gekomen is om hem te genezen. Hij wordt afgunstig jegens de dokter en kan dus niet genezen worden.

Srila Jiva Goswami heeft over deze patitya en kapatya geschreven in zijn Bhakti-sandarbha. Jiva Goswami zegt hierin dat er vele personen zijn die zichzelf voordoen als toegewijden maar in hun hart is veel slinksheid. Zichtbaar brengen zij hun eerbetuigingen maar in hun hart zijn zij oneerlijk, ze hebben totaal geen respect. Ze bekritiseren de sadhu's, acarya's, guru's, Vaisnava's maar ze hebben een devotioneel voorkomen. Zo gedragen ze zich, ze doen aan verering maar in hun hart zit veel dubbelzinnigheid. Jiva Goswami heeft in zijn Bhakti-sandarbha ook gezegd dat zij geen vooruitgang kunnen maken op het pad naar perfectie. Deze personen spreken over moraal, verzaking en onthechting. Ze spreken over boetedoening, jnana, yoga en meer van deze zaken en ze beoefenen zichtbaar iets anders. Ze zetten zichzelf neer als morele personen maar in hun harten zijn zij oneerlijk. Hun hart is van steen. Zichtbaar brengen zij hun dandavats en vereren de sadh maar ze zijn er erg op gespitst om fouten bij deze sadhu, guru, Vaisnava te vinden.

woensdag 1 januari 2014

De meest gevaarlijke overtreding


Herkennen van een vaisnava

De eenvoudige definitie van een vaisnava, gegeven door Heer Caitanya Mahaprabhu, is: een persoon die onmiddelijk iemand herinnert aan de hoogste persooonlijkheid Heer Krishna, is een vaisnava.(commentaar B.G. 4.21.37)

Wanneer iemand ontwikkeld is, kan hij het belang van toegewijden zien. Een ontwikkelde toegewijde is nooit ongehoorzaam of niet respectvol jegens een andere toegewijde. Niet respectvol zijn jegens een andere toegewijde is een grote overtreding. Vaisnava aparadha is een zware overtreding. Daarom onderwijzen we onze studenten om toegewijden prabhu te noemen. Dit dient niet alleen simpelweg gezegd te worden maar dit moet ook gerealiseerd worden. Iemand dient aan een andere toegewijde te denken als zijn prabhu, zijn meester. Niet dat deze toegewijde zelf probeert meester te zijn.

trnad api sunicena taror api sahisnuna

amanina manadena krtaniyah sad harih

Val iemand niet aan

Omdat Dhruva Maharadja beledigd was door Suruchi, werd Suruchi boos over de dood van haar zoon en ging het bos in, wat haar dood betekende. Dit was specifiek genoemd door de Heer aan Dhruva omdat hij vastberaden was om haar dood te wreken. Hieruit dienen we de les te trekken dat we nooit een vaisnava dienen te beledigen. Niet alleen dienen we een vaisnava niet te beledigen maar we dienen sowieso niemand onnodig te beledigen. Toen Suruchi Drhuva beledigde, was hij nog maar een kind. Zij wist natuurlijk nog niet dat hij een groot vaisnava was en daarom was haar belediging dan ook in onwetendheid. Wanneer iemand zonder te weten een vaisnava dient, krijgt hij de goede resultaten hiervan en wanneer iemand zonder te weten een vaisnava beledigt dan lijdt deze persoon onder de slechte resultaten hiervan.

Beoordeel vaisnava's niet op hun uiterlijke verschijning

Overeenkomstig met deze formule, zijn de gosvamis die in de erfopeenvolging zitten van Sri Nityananda prabhu en Sri Advaita prabhu zeker toegewijden, maar toegewijden die afkomstig zijn van andere families dienen niet gediscrimineerd te worden. Wanneer een toegewijde van een een family afkomstig is van voorgaande acarya's of van een gewone familie, dienen ze toch gelijk behandeld te worden. Iemand dient niet te denken: Oh, hier is een Amerikaanse goswami en hem daarom te discrimineren. Noch dient iemand te denken: Hier is een nityananda-vamsa-gosvami(commentaar N.O.I. tekst 6). Aan de andere kant dient een gosvami, die deze titel verkregen heeft maar niet is geboren vanuit een brahmana of vanuit een familie van Sri Nityananda of Sri Advaita, niet trots te worden omdat hij een gosvami is geworden. Hij dient zich altijd te herinneren dat wanneer hij materieel trots wordt, hij direct van zijn positie valt. Deze Krishna-bewuste beweging is een transcedentale wetenschap waarbij geen ruimte is voor jaloezie. Deze beweging is bedoeld voor paramahamsa's die volledig vrij zijn van jaloezie(paramam nirmatsaranam). Iemand dient niet jaloers te zijn ondanks dat hij geboren is in een familie van gosvamis of de titel van gosvami verkregen heeft. Zodra iemand jaloers wordt, valt hij van de positie van de paramahamsa(commentaar van N.O.I. tekst 6).

Iemand die de lichamelijke tekortkomingen van een vaisnava in overweging neemt, dient te begrijpen dat hij een overtreding begaat aan de lotusvoeten van een vaisnava(commentaar van N.O.I. tekst 6).

Zij die denken dat Krishna-bewustzijn zich beperkt tot bepaalde groepen van de samenleving, een bepaalde groep toegewijden of een bepaald stuk land zijn in het algemeen trots om bepaalde externe kenmerken van een toegewijde te zien. Zulke nieuwelingen die niet in staat zijn om de verheven toegewijde dienst van een toegewijde te waarderen, proberen de maha-bhagavata tot hun positie te verlagen.

Hoe staat het gesteld met een gevallen vaisnava?

Niemand dient de lichamelijke tekortkomingen van een zuivere toegewijde te bekritiseren. Als er zulke tekortkomingen zijn dan dienen ze te worden overwonnen. Er dient gelet te worden op de spirituele meester zijn belangrijkste zaak, wat devotionele dienst is, zuivere dienst aan de Allerhoogste Heer. Zoals in de Bhagavad-Gita beschreven staat:

api cet suduracaro bhajate mam ananya-bhak

sadhur eva ca mantavyah samyag vyavasito hi sah


Alhoewel het er soms op lijkt dat een toegewijde zich bezig houdt met verfoeilijke activiteiten, dient hij toch gezien te worden als een sadhu, een heilig persoon, omdat zijn echte identiteit is die van iemand die zich bezig houdt met de liefhebbende dienst van de Heer. In andere woorden, hij dient niet gezien te worden als een gewoon persoon(commentaar van N.O.I. tekst 6).

api cet su-duracaro bhajate mam ananya-bhak, sadhur eva sa mantavyah? Al zijn bepaalde tegenstrijdigheden aanwezig maar hij bezig blijft met Krishna-bewustzijn, hij is een sadhu. sadhur eva sa mantavyah- hij dient niet worden veronachtzaamd(lezing over N.O.I. Vrindavana, 6 november 1972).

Respecteren maar geen associatie

Dit stuk gaat over vragen betreffende het brengen van eerbetuigingen aan sannyasi's. Iedere sannyasi die je tegenkomt, zelfs een mayavadi, breng je jouw eerbetuigingen, dit zal je niet tot last zijn. Zoals je hebt gezien, dienen we de instructies van Heer Caitanya te volgen en respect te geven aan anderen maar het is niet nodig om altijd associatie te hebben met hen. Wanneer een vaisnava geen goed karakter heeft, geven we ze wel het respect van een vaisnava maar we kunnen niet met hem associeren.(brief aan Jayapataka, 30 april 1970)

Hoe dienen nieuwe toegewijden te worden gecorrigeerd?

Ik heb een aantal klachten gehoord over andere toegewijden. Het is beter om een goed voorbeeld te zijn dan de tekortkomingen van andere toegewijden te bekritiseren. We dienen er altijd aan te denken dat we leden rekruteren uit mensen in het algemeen. Er kan niet verwacht worden dat ieder lid van onze beweging direct voldoet aan de standaard kwalificatie. Het beste is om een voorbeeld te zijn door jouw eigen gedrag en je probeert het gedrag van anderen te veranderen door vriendelijk gedrag in plaats van ze te bekritiseren(Brief aan een discipel, 14 oktober 1971).

Omgang met verder gevorderde vaisnava's

Het is ook een overtreding om een bekrachtigde vaisnava als object van disciplinaire maatregelen te zien. Het is ook een overtreding om hem een advies te geven of hem te corrigeren. Iremand kan onderscheid maken tussen een nieuweling en een gevorderd vaisnava op grond van hun activiteiten. De gevorderde vaisnava is altijd in de positie van een spiritueel meester en de nieuweling wordt gezien als zijn discipel. De spiritueel meester mag nooit worden onderworpen aan het advies van een discipel, noch mag een spiritueel meester zich verplicht voelen om instructies aan te nemen van hen die geen discipel zijn(commentaar N.O.I. tekst 6).

De grootste overtreding

Als iemand een overtreding begaat jegens een vaisnava, vergooit daarmee al zijn spirituele vooruitgang. Het begaan van een overtreding jegens een brahmana is zeer gevaarlijk en dit heeft ook Maharadja Rahugana geweten. Daarom gaf hij eerlijk zijn fout toe. Er zijn vele gevaarlijke zaken zoals bliksemschichten, vuur, de straf van Yamaraja, et cetera, maar niets wordt zo gevaarlijk gezien als het begaan van overtredingen jegens een brahmana zoals Jada Bharat(commentaar van B.G. 5.10.17).

De meest gevaarlijke vorm van het begaan van overtredingen is die vorm van vaisnava-aparadha die gurv-aparadha, overtredingen jegens de lotusvoeten van de spiritueel meester, genoemd wordt. In het proces van het chanten van de heilige namen van de Allerhoogste Heer is deze gurv-aparadha de meest gevaarlijke vorm van aparadha.

De gevolgen van vainava-aparadha

In de Hari-bhakti-vilasa staat de volgende quote geschreven van de Skanda purana betreffende het lasteren van een vaisnava:

yo hi bhagavatam lokam upahasam nrpottama

karoti tasya nasyanti artha-dharma-yasah-sutah

nindam kurvanti ye mudha vaisnavanam mahatmanam

patanti pitrbhih sardham maha-raurava-samjnite

hanti nindati vai dvesti vaisnavan nabhinandati

krudhyate yati no harsam darsane patanani sat


In een gesprek tussen Markandeya en Bhagirath wordt gezegd: Beste koning, hij die een verheven toegewijde bespot, verliest alle resultaten van zijn goede daden, zijn rijkdom, zijn reputatie en zijn zonen. Vaisnavas zijn altijd grote zielen. Wie hen lastert, gaat naar een hel die Maha-raurava genoemd wordt, vergezelt van zijn voorvaderen. Wie een vaisnava lastert of vermoord en wie jaloers is of boos is of wie zijn eerbetuigingen niet brengt of geen blijdschap voelt als hij hem ziet, gaat naar een helse conditie. Ook geeft de Hari-bhakti-vilasa een beschrijving van de Dvaraka-mahatmya:

kara-patrais ca phalyante su-tivrair yama-sasanaih

nindam kurvanti ye pap vaisnavanam mahatmanam


In een gesprek tussen Prahalad Maharadja en Bali Maharadja wordt gezegd: Die zondige mensen die een vaisnava lasteren, die grote zielen zijn, worden onderworpen aan de zware straffen van Yamaraja. In de Bhakti-sandarbha van Jiva Goswami staat een opmerking betreffende het lasteren van Heer Vishnu:

ye nindanti hrsikesam tad-bhaktam punya-rupinam

sata-janmarjitam punyam tesam nasyati niscitam

te pacyante maha-ghore kumbhipake bhayanake

bhaksitah kita-sanghena yavac vandra-divakarau

sri-visnor ava mananad gurutaram sri-vaisnavollanghanam

tadiya-dusaka-janan na pasyet purusadhanam

taih sardham vancaka-janaih saha-vasam na karayet


Hij die Heer Vishnu en zijn toegewijden bekritiseert, verliest alle voordelen die hij heeft verzameld in honderd heilige geboorten. Zo'n persoon verblijft in de Kumbhipaka hel en wordt gebeten door wormen zolang als de zon en maan bestaan. Daarom zou iemand het gezicht van iemand die Heer Vishnu en zijn toegewijden lastert niet moeten zien. Associeer nooit met zulke personen.

In de Bhakti-sandarbha, schrijft Jiva Goswami verder nog quates van het Srimad Bhagavatam(10.74.40):

nindam bhagavatah srnvams tat-parasya janasya va

tato napaiti yah so 'pi yaty adhah sukrtac cyutah


Als iemand niet direct vertrekt als hij de laster hoort jegens de Heer en zijn toegewijden, valt van het platform van toegewijde dienst(commentaar van CC. madhya 15.261).

De regulerende principes opgevend en levend volgens eigen grillen, wordt vergeleken met de dolle olifant die met kracht de bhakti-lata ontworteld en haar in stukken breekt. Op deze wijze verdwijnt de bhakti-lata. Zo'n overtreding is specifiek gecreerd wanneer iemand de instructies van de spiritueel meester ongehoorzaam is. Dit wordt guru-avajna genoemd. De toegewijde moet daarom zeer voorzichtig zijn om geen overtredingen te begaan jegens de instructies van de spiritueel meester. Zodra iemand zich verwijdert van de instructies van de spiritueel meester, begint het ontwortelen van de bhakti-lata en uiteindelijk droogt dit plantje uit(commentaar van CC. madhya 19.156).

Wanneer een dolle olifant een prachtige tuin binnenkomt, verwoest het alles, een dorre vlakte achterlatend. Op een gelijke wijze is de kracht van vaisnava-aparadhaa zo groot dat zelfs een gevorderd toegewijde bijna geheel zijn spirituele vooruitgang kwijt raakt als hij aparadha begaat. Omdat Krishna-bewustzijn eeuwig is, kan het niet worden vernietigd, maar vooruitgang kan voor een tijd lang bevroren raken(commentaar van B.G. 5.1.5).

Vaisnava-aparadha ontstaat door omgang met niet-toegewijden

Wanneer iemand omgang heeft met niet-toegewijden, wordt de dolle olifant losgelaten. Sri Caitanya heeft gezegd: asat-sanga tyaga-ei vaisnava acara. Het is eerst zaak dat een vaisnava de omgang met niet-toegewijden opgeeft. Een zogenaamde volwassen toegewijde begaat een grote overtreding door het opgeven van omgang met zuivere toegewijden. De mens is een sociaal dier en wanneer iemand de omgang met toegewijden opgeeft, zal hij omgang hebben met niet-toegewijden. Door omgang te hebben met niet-toegewijden in niet-devotionele activiteiten, zal de zogenaamde volwassen toegewijde slachtoffer worden van de dolle olifant overtreding. Welke groei zich dan ook heeft voorgedaan, wordt snel ontworteld door zo'n overtreding. Daarom dient iemand zeer voorzichtig te zijn met de verdediging van de bhakti-lata door er hekken omheen te plaatsen. Dit doe je door de regulerende principes te volgen en omgang te hebben met zuivere toegewijden. Zelfs wanneer iemand denkt dat er vele pseudo-toegewijden en niet-toegewijden aanwezig zijn binnen de beweging, dan dient hij zich verbonden te houden met de beweging. Als iemand denkt dat de leden van de beweging geen zuivere toegewijden zijn, dan kan iemand direct contact houden met zijn spiritueel meester en als er enige twijfel is dan dient hij dit direct aan de spiritueel meester voor te leggen. Maar, behalve wanneer iemand de instructies van de spiritueel meester volgt betreffende de regulerende principes en het chanten en het horen over de heilige namen van de Heer, kan iemand geen zuivere toegewijde worden.Door iemand zijn mentale brouwsels, valt iemand van zijn positie. Door omgang te hebben met niet-toegewijden verbreekt iemand de regulerende principes en is daardoor verloren(commentaar CC. madhya 19.157).

Materiele weelde is een drijfkracht voor vaisnava-aparadha

Het is soms zeer riskant om zeer veel materiele weelde te hebben. De materieel welvarend persoon geeft niet om anderen en daarom begaat hij overtredingen jegens grote persoonlijkheden zoals grote heiligen en toegewijden. Zoals beschreven is door Sukadev gosvami, dhana-durmadandha: te veel weelde maakt iemand blind. Dit gebeurde zelfs Indra in zijn koninkrijk dus wat te zeggen over personen in deze materiele wereld? Wanneer iemand rijk is, dient hij sober te leven en zich voorbeeldig te gedragen jegens vaisnavas en heilige personen anders zal hij van zijn platform vallen.

Een vaisnava tolereert beledigingen

Een zuivere vaisnava neemt beledigingen nooit serieus. Dit is de les die Heer Caitanya ons leert:

trnad api sunicena taror iva sahisnuna

amanina manadena kirtaniyah sada harih


Iemand dient de heilige namen van de Heer te chanten met een nederige geest, denkend van zichzelf dat hij minder is dan een grasspriet in de straat. Iemand dient verdraagzaam te zijn als een boom, zonder prestatiedrang en klaar te zijn om aan iedereen zijn respect te geven. In zo'n bewustzijnsstaat kan iemand altijd de heilige namen van de Heer reciteren.

Een vaisnava is altijd tolerant en overgegeven zoals bomen en gras. Hij verdraagt beledigingen van anderen want hij is eenvoudigweg geinteresseerd in het chanten van de heilige namen van de Heer zonder daarbij verstoord te raken(commentaar CC.antya 3.207).

Krishna tolereert nooit overtredingen jegens zijn toegewijden

Zelfs als een toegewijde Heer Krishna beledigt, zal Hij dit tolereren. Maar wanneer iemand zijn toegewijde beledigt dan zal hij dit nooit tolereren. Het is dan gedaan met deze persoon. Als een toegewijde Hem beledigt, dan reageert hij: Oke, laat maar. Maar wanneer iemand zijn kinderen beledigt of pijn doet dan zal Hij dit nooit tolereren. Op een zelfde wijze zal Krsihna nooit toestaan dat iemand een toegewijde, die zich afhankelijk opstelt van de Heer in alles wat hij doet, hem beledigt of pijn doet.(lezing in Los Angeles, 2 december 1973).

zondag 1 december 2013

De trots van Uddhava wordt vernietigd


Krishna staat bekend als lila-purusottama, de ultieme genieter van zijn spel en vermaak. Heer Rama staat bekend als maryada-purusottama, de ultieme genieter van het vedisch fatsoen. Sri Caitanya staat bekend als prema-purussotama, de ultieme genieter van prema, hij die Krishna-prema geeft zonder onderscheid te maken. In Caitanya-caritamrta staat beschreven( C.C. madhya 19.53):

namo maha-vadanyaya krsna-prema-pradayate

Krsnaya Krsna-caitanya-namne gaura-tvise namah


Ik breng mijn eervolle eerbetuigingen aan de Allerhoogste Heer Sri Krishna Caitanya, die het meest genadevol is van alle avataras, zelfs Krishna zelf, omdat hij vrijelijk geeft wat niemand anders eerder heeft gegeven, namelijk zuivere liefde voor Heer Krishna.

Srila Rupa Goswami draagt deze pranama-mantra op aan Sriman Mahaprabhu. Hij beschrijft Mahaprabhu als maha vadanyaya, de meest vrijgevige incarnatie, omdat krsna-prema-pradaya te. Hij geeft krsna-prema zonder discriminatie. De dichter Premananda dasa zingt:

uttama adhama kichu na bachila yaciya dilaka kola

kahe premananda emana gauranga hrdaye dhariya bola


Sri Caitanya Mahaprabhu dicrimineert nooit, het maakt hem niet uit of iemand het meest verheven of het meest gevallen is. Hij geeft Krsna-prema zonder te onderscheid te maken. Hij is patita-pavana, de verlosser van de diepst gevallenen. Hij geeft Krsna-prema door het chanten van de heilige namen. maukhya-pathe jiva paya krsna-prema-dhana, het belangrijkste resultaat van het chanten van de heilige namen,

Hare Krsna Hare Krsna Krsna Krsna Hare Hare

Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare


het verkrijgen van Krsna-prema. Als er zuiver gechant wordt en zonder overtredingen is dan zal je zeker Krsna-prema verkrijgen. Wanner het chanten niet zuiver en zonder fouten is dan zal je geen Krsna-prema verkrijgen al chant je duizenden levens lang.

Demonische kwaliteit

In zijn Siksastaka heeft Mahaprabhu uitgelegd hoe iemand Krsna-prema kan verkrijgen:

trnad api su-nicena taror iva sahisnuna

amanina mana-dena kirtaniyah sada harih


Iemand die zichzelf lager acht dan een grasspriet, die toleranter is dan een boom en die geen persoonlijk eer verwacht maar altijd bereid is om iedereen zijn eerbetuigingen te brengen, kan gemakkkelijk en altijd de heilige namen van de Heer te chanten.

De vers van Siksastaka is de meest belangrijke. Iemand dient zichzelf nederiger te gedragen dan een grasspriet. En taror iva sahisnuna, zo verdraagzaam als een boom te zijn. amanina mana-dena, geen respect voor zichzelf opeisend maar dient aan iedereen zijn eerbetuigingen te brengen. Kaviraj Goswami heeft in Caitanya-caritamrta(C.C. antya 20.26) geschreven:

ei mata hana yei krsna-nama laya

sri-krsna-carane tanra prema upajaya


Wanneer iemand de heilige namen van de Heer op deze wijze chant, zal zijn sluimerende liefde voor Krishna zijn lotusvoeten wakker gemaakt worden.

Iemand die chant:

Hare Krsna Hare Krsna Krsna Krsna Hare Hare

Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare


met deze mentaliteit zal zeker krsna-prema verkrijgen. Dit is de les van Caitanya Mahaprabhu. Er dient totaal geen trots aanwezig te zijn.

dambho darpo'bhimanas ca krodhah parusyam eva ca

ajnanam cabhijatasya partha sampadam asuram


In Srimad Bhagavad-gita(16.04) heeft Sri Krishna gezegd: Oh zoon van Pritha, trots, arrogantie, verwaandheid, boosheid, hardheid en ontwetendheid zijn kwaliteiten die toebehoren aan de demonische natuur. Dit zijn demonische karaktertrekken, asuri sampada. Dit zijn geen karaktertrekken van een toegewijde van Heer Krishna. Een vaisnava-sadhu bezit helemaal geen trots. Hij is nederiger dan een grasspriet. Als er trots ontwikkeld wordt dan kun je geen vooruitgang maken. Het chanten zal nooit zuiver en zonder overtredingen zijn. Je zuklt zeker overtredingen begaan. Dit is de reden dat Mahaprabhu deze lessen in zijn Siksastaka gegeven heeft. De demonen zijn trots en hebben opgeblazen ego's. Zeker in Kali-yuga, het meest gevallen en zondige tijdperk, is trots, dambha, de maatstaf. Kali betekent ruzie maken. Ruzie tussen twee personen, ruzie tussen twee groepen, ruzie tussen twee gemeenschappen, et cetera. Iedereen maakt ruzie. Waarom? De oorzaak is dambha, trots. Iedereen denkt: ik ben zo groot. Oh, ben je groot? Ik ben nog groter. Hier start de ruzie. Deze dambha is de grootste oorzaak. Maar toen Heer Caitanya in Kali-yuga aanwezig was, zei hij dat we geen trots dienen te bezitten. Krishna is het onderwerp van liefde. Krsna-prema is de pancama-parama-purusartha, de vijfde en het ultieme doel van het leven. Deze zeldzame menselijke geboorte is bedoeld om krsna-prema te verkrijgen. Srimad Bhagavad-gita(11.9.29) zegt hierover:

labdha-sudurlabham idam bahu sambhavante

manusyam arthadam anityam apiha dhirah


Na vele, vele geboorten bereikt iemand de zeldzame menselijke vorm van het leven die, alhoewel tijdelijk, iemand de mogelijkheid biedt de hoogste perfectie te verkrijgen. Daarom dient een eenvoudig mens te streven naar de ultieme perfectie van het leven zo lang als dat het lichaam, dat altijd onderworpen is aan de dood, niet gevallen is en overledenis. Want zinsbevrediging is altijd aanwezig voor zelfs de meest weerzinwekkende schepsels van het leventerwijl Krishna-bewustzijn alleen te bereiken is voor een mens.

Na vele ,lakhs en lahks, levensvormen doorlopen te hebben, krijgt iemand deze zeldzaam te bereiken menselijke geboorte. Wat is het nut hiervan? Arthada, het is bedoeld om de belichaamde ziel te helpen om de hoogste vorm van perfectie te bereiken. Dit menselijk bestaan is tijdelijk en is maar een korte periode van tijd gegeven. Op ieder moment kan de dood intreden en dan is het over met dit lichaam. Maar, arthada, in dit zeldzaam te bereiken menselijk bestaan kun je Krsna-prema verkrijgen. Dit is de vijfde purusartha ofwel de opperste purusartha, het ultieme doel. Deze menselijke geboorte is voor dit bedoeld. Zonder Krsna-prema kan niemand Krsna benaderen. Krishna wordt gebonden door zulke liefde. Mahaprabhu gaf deze prema en is het hoogst bereikbare in Kali-yuga. Mensen die leven in Kali-yuga kunnen geen andere sadhana uitoefenen in dit gevallen, zondige tijdperk. In Kali-yuga is het bewustzijn erg, erg in verval geraakt. De levensduur is erg kort, tot zo'n honderd jaar. Maar hoeveel mensen leven er honderd jaar? Door zondige activiteiten wordt de levensduur korter en korter. Zo wat kunnen we doen? Mahaprabhu is zo genadig. Hij besloot om krsna-prema te distribueren. Maar als je trots ontwikkelt, kun je geen krsna-prema verkrijgen. Trots dient vernietigd te worden. Demonen ontwikkelen trots maar een sadhu, vaisnava, is totaal niet opgeblazen, een blaaskaak.

Ik ben een groot vaisnava

We zijn een onderdeel van de gemeenschap van Krishna-bewustzijn geworden, Mahaprabhu's beweging. We hebben een guru geaccepteerd en chanten de heilige namen van de Heer. Misschien reciteren we dagelijks het Siksastaka, maar nog steeds zijn we trots. Trots komt in verschillende vormen:"Weet je niet wie ik ben? Ik ben een senior toegewijde! Ik breng al jaren door binnen deze beweging. Wist je dat dan niet?". Dit wordt sevaka-dambha, trots op zijn positie, genoemd. Alhoewel we trnad api sunicena reciteren, alhoewel we vele malen gehoord hebben wat de gevaren van trots zijn, steekt deze dambha nog steeds de kop op. We zijn nog steeds niet in staat op te geven:"Weet je het dan niet? Ik heb van alles gedaan. Ik heb vele tempels geopend. Ik ben een tempelpresident. Ik ben een manager. Ik ben GBC, een groot guru, acarya."Ook zul je enige vaisnava's vinden die hun familie en rijkdom van de materiele wereld hebben opgegeven. Ze hebben alles opgegeven. Maar zij hebben tyaga-dambha, zijn trots op hun onthechting. "Ik ben zeer onthecht. Ik heb van alles opgegeven. Heeft iemand ooit opgegeven wat ik heb opgegeven?"Ze kunnen rondlopen in Vrndavana, leven door te bedelen, alleen maar madhukari, biksa, verzamelend en nog steeds hebben een ongelooflijk grote trots, dambha. Wie is vrij van trots? Trots komt in verschillende vormen naar boven. Dus hoe kunnen we nederig, trnad api sunicena, worden? Hoe kunnen we ons chanten zuiveren en zonder overtredingen chanten? Hoe kunnen we de genade van Mahaprabhu verkrijgen? Hoe kunnen we Krsna-prema ontwikkelen?

Krishna's verdwijning vanuit de Rasa-lila

Krishna is zo genadig, suhrdam sarva-bhutanam, Hij is onze weldoener, de vriend van alle levende wezens en in het speciaal voor zijn dierbare toegewijden. Zij die zijn dierbare toegewijden zijn geworden, zijn Hem zeer dierbaar. Wanneer zijn toegewijde wat trots ontwikkelt, zal Hij het vernietigen.Dit is zijn genade. In het Srimad-Bhagavatam(10.32.6) dat Krishna, terwijl de Rasa dans, Rasa-krida aan de gang was, Hij plotseling verdween. De gopis waren zo bedroefd, de pijnen van gescheidenheid voelend."Waar is Krishna? Waar is Hij?"Maar ze konden Hem niet zien. Het Bhagavatam(10.31.6) beschrijft dat op dat dat moment de gopis huilden en het volgende vers uitten:

vraja-janarti-han vira yositam

nija-jana-smaya-dhvamsana-smita

bhaje sakhe bhavat-kinkarih sma no

jalaruhananam caru darsaya


Oh Jij die het lijden van de bewoners van Vraja vernietigt, Oh Held van alle vrouwen, Jouw glimlach verbrijzelt de valse trots van Jouw toegewijden. Alsjeblieft, dierbare vriend, accepteer ons als Jouw dienaren en laat ons Jouw mooie lotus gezicht zien.

De gopis waren Krishna overal aan het zoeken. Ze liepen naar iedere struik, iedere tak en ze vroegen aan iedere boom:"Heb jij Krishna gezien? Heb jij Hem gezien?"Uitschreeuwend, vraja-janarti-han, Oh Krishna, die de vernietiger is van het lijden van de bewoners van Vraja. Vira yositam, Oh Krishna, die de ultieme held is van alle vrouwen van Vrajabhumi. En dan zeggen ze, nija-jana-smaya-dhvamsana-smita. Deze zin is zeer belangrijk: nija-jana betekent jouw eigen mensen, Oh Krishna, je verbrijzelt de trots van hen die Jou zeer dierbaar zijn. De gopis baden, we hebben wellicht wat trots ontwikkeld en ben je daarom verdwenen om onze trots te verbrijzelen. Jouw verdwijning heeft ons in huilen doen uitbarsten en heeft ons ellendig gemaakt. Dan zeiden zij, bhaja sakhe bhavat-kinkarih sma no jalaruhananam caru darsaya, Oh Krishna, Jouw prachtige gezicht glimlacht altijd. Oh vriend, we zijn allemaal Jouw dienaren. Alsjeblieft, laat ons Jouw prachtige lotus gezicht zien. Als de toegewijden van Krishna per ongeluk wat trots ontwikkelen, dan zal Krishna dit vernietigen. Dit is de betekenis van dit vers.


Arjuna en de hyena

We kunnen dit ook zien in het geval van Arjuna. Arjuna is een dierbare toegewijde van Krishna. Krishna heeft keer op keer gezegd in de Bhagavad-gita: "bhakto 'si me", "priyo 'si me", "sakha 'si me", jij bent mijn dierbare vriend, dus geef ik je deze meest vertrouwelijke instructies. Op het slagveld van Krukshetra, was Krishna de wagenmenner van Arjuna. Toen hebben de Pandavas de overwinning behaald en Krishna heeft toen Yudhisthir Maharaja, de rajadiraja, de keizer van de gehele wereld, gemaakt. Na de strijd op Kurukshetra waren de Pandavas zeer blij en verheugd. Zeker Arjuna was zeer gelukkig. Arjuna heeft de Bhagavad-gita rechtstreeks van de lippen van Krishna vernomen. Eens waren Krishna en Arjuna samen aan het rondrijden in een strijdwagen. Krishna was de bestuurder en ze trokken door een aantal tuinen op de oever van de Yamuna, samen een gesprek voerend. Arjuna had wat trots in zichzelf ontwikkeld. Hij dacht:"Ik ben een groot jnani. Krishna heeft mij persoonlijk deelgenoot gemaakt van deze gita-jnana. Ik heb het rechtstreeks vernomen van de lippen van Krishna."Krishna weet wat iemand fluistert in zijn eigen hart omdat Hij in het hart aanwezig is als de superziel. Krishna begreep:"Arjuna heeft trots ontwikkeld. Hij denkt dat hij een groot jnani is omdat hij de kennis, jnana, rechtstreeks van mijn lippen heeft gehoord. Dus, nija-jana-smaya-dhvamsana-kari, Krishna's aard is dat wanneer zijn eigen toegewijden trots ontwikkelen, hij deze trots moet vernietigen.

Toen zij zo langs de oever van de Yamuna reden, zagen zij een jambuka, een hyena, draaiend rond een overleden mens, er alleen aan ruikend maar er niet van etend. Toen Arjuna dit zag, moest hij lachen en zei:"Die jambuka heeft zijn verstand verloren. Hij is een murkha, een stommeling. Hij beweegt zich alleen rond dit overleden lichaam en ruikt eraan maar hij eet er niet van. Zo meteen komen er twee grote honden en dan zal hij uit angst wegrennen. Hij is zo een murkha, stommeling, hij heeft zijn verstand verloren." Arjuna zei dit vanuit trots. Hij vond zichzelf een jnani en hij vond dat de hyena een murkha was.

Krishna stopte de wagen en riep: "jambuka, Jambuka, kom alsjeblieft eens hier."De jambuka kwam met gevouwen pootjes, bracht zijn eerbetuigingen en ging zitten. Toen vroeg Krishna:"Oh jambuka, dit dode lichaam is jouw eten. Waarom loop je er alleen om heen, ruik je er aan maar eet je er niet van?"De jambuka antwoordde:"Oh mijn Heer, wat zal ik zeggen? U bent alwetend. Alhoewel dit mijn eten is, heb ik nog steeds mijn voorkeur. Zonder onderzoek zal ik er niet van eten."Krishna zei:"Je hebt voorkeur?" "Oh,ja." "Wat is jouw voorkeur?" De jambuka zei:"Mijn Heer, omdat je het me vraagt, zal ik het vertellen. Door aan zijn benen te ruiken, kan ik er achter komen of hij tijdens zijn leven ooit naar Jagannath Puri Dham, Vrindavana Dham of Mayapur Dham is geweest door er heen te lopen. Door aan zijn handen te ruiken, kan ik ontdekken of deze persoon ooit puja, een eredienst aan Bhagavan, heeft gedaan. Door aan zijn ogen te ruiken, kan ik er achter komen of hij ooit een sadhu of een deity in een tempel gezien heeft. Door aan zijn hoofd te ruiken, kan ik er achter komen of hij ooit eerbetuigingen heeft gebracht aan een sadhu-vaisnava of deity. Door aan zijn oren te ruiken, kan ik er achter komen of hij ooit Krsna-katha gehoord heeft. Door te ruiken, kan ik al deze zaken ontdekken. Als hij geen van deze zaken heeft ondernomen dan zal ik zulk onzuiver voedsel niet eten."De jambuka zei:"Als een van zijn lichaamsdelen, een hand, een been of een oor, wel wat devotionele dienst heeft verricht, dan zal ik alleen dat lichaamsdeel eten. Oh Heer, we zijn pasu, beesten, dieren. We hebben geen kennis. We hebben geen recht om dharma te verrichten, subha-karma, of iets dergelijks. Omdat we dieren zijn, is ons bewustzijn erg laag, een bedekt bewustzijn. We hebben niet de mogelijkheid om enige dharma te beoefenen. Alleen door eten, kunnen we enige vroomheid verkrijgen."Bhagavan Krishna zei:"Oh jambuka, alle eer aan jou. Je bent mijn dierbare bhakta."

Toen Arjuna deze woorden van de hyena hoorde, was Arjuna verwonderd:"Oh deze jambuka heeft zoveel kennis? Ik dacht dat ik zo'n grote jnani en bhakta was maar deze jambuka is groter dan dat ik ben! Zoveel kennis en zoveel bhakti heeft hij."Op deze wijze vernietigde Heer Krishna de trots van Arjuna omdat Arjuna zijn dierbare toegewijde is, nija-jana-smaya-dhvamsana.

Krishna's gekte

Op een gelijk wijze kun je in het Srimad Bhagavatam vinden dat Uddhava beschreven wordt als een zeer dierbare toegwijde van Heer krishna. In Srimad Bhagavatam(11.14.15) heeft Krishna tegen Uddhava gezegd:

na tatha me priyatama atma-yonir na sankarah na ca sankarsano na srir naivatma ca yatha bhavan

Oh Uddhava, atma-yonih, Brahma, is me niet zo dierbaar. Sankarah, Shiva, is me niet zo dierbaar. Sankarsanah, mijn broer Sankarshan, is me niet zo dierbaar. Srih, mijn vrouw Lakshmi, is me niet zo dierbaar. Naivatma, Mijn ziel, Mijn atma, Ikzelf, is me niet zo dierbaar als dat jij dat bent.

Daarom heeft Krishna Uddhava naar de bewoners van Vrindavana gestuurd om de boodschap van liefde over te brengen aan Nanda en Yasoda en de jonkvrouwen van Vrajabhumi die allen pijnscheuten van gescheidenheid van Krishna ervaren. De gopis hebben zuivere liefde voor Krishna. Er is hierin geen zweem van jnana of aisvarya te bekennen. En zoals de gopis continu aan Krishna denken, zo denkt Krishna continu aan de gopis. Krishna is in Mathura en de gopis zijn in Vrajabhumi. Soms slaapt Krishna, maar in slaap zijnde zoals een dronken gek, slaakt hij de woorden: Radhe! Radhe! Radhe! Gopi! Gopi! Gopi! Dit is een teken van liefde. Dit is het denkproces: als je heel sterk aan iemand denkt dan zal dit denkproces deze persoon aanraken. Dit principe bestaat ook in de materiele wereld. Een moeder heeft liefde en affectie voor aar zoon. De moeder denkt altijd: Oh, mijn zoon is nu in San Diego en ik ben hier in India, duizenden kilometers bij hem vandaan. Wat zou hij nu aan het doen zijn? Terwijl de zoon iets aan het eten is, blijft er soms iets in zijn keel steken. Aaaaaaa....aaaaaa, wat is dit? Wat gebeurt er? Oh, misschien denkt er iemand aan me. Misschien denkt mijn moeder wel aan me. Op een zelfde manier dat als de gopis aan Krishna denken, denkt Krishna aan de gopis. Krishna kan niet naar ze toe en zij kunnen niet naar Hem toe. Wat kan er gedaan worden? Krishna besloot toen een boodschap van liefde aan ze te sturen. Maar wie kan deze boodschap overdragen? Een zeer intiem persoon is hiervoor nodig. Dus riep Krishna Uddhava. Uddhava is een intimie, na tatha me priyatama atma-yonir na sankarah. Krishna zei:"Uddhava kom eens hier."En toen vertelde Krishna hem:"Oh Uddhava, neem alsjeblieft deze boodschap van liefde aan en breng het naar Vrajabhumi. Mijn vader en moeder en de gopis van Vrajabhumi zijn in nood en ervaren hevige pijnen van gescheidenheid van Mij. Ga er alsjeblieft heen en geef ze de boodschap en stel ze gerust. Uddhava is brhaspati-sisya, een discipel van Brhaspati. Uddhava is ook een zeer dierbare vriend van Krishna. Uddhava lijkt precies op Krishna. Dezelfde huidskleur, dezelfde bouw, dezelfde lengte, alles lijkt precies hetzelfde. Maar Uddhava is Brhaspati-sisya, Brhaspati-jnani, Brhaspati heeft jnana overgebracht op Uddhava maar geen prema. Net als Arjuna is Uddhava er trots op dat hij een groot jnani is omdat hij een discipel is van Brhaspati, een jnani-guru. Dus Krishna dient de trots van Uddhava te vernietigen. Dit was ook een reden dat Uddhava naar Vrajabhumi gestuurd werd. Toen Uddhava in Vrajabhumi is en de liefde van de gopis ziet, zal zijn trots vernietigd worden. Dan zal hij prema ontwikkelen. Wanneer zijn trots niet vernietigd zal worden dan kan hij geen prema ontwikkelen. Dit is de reden dat Krishna, vanuit Zijn genade, Uddhava naar Vrajabhumi heeft gezonden.

Vanaf een afstand zagen de gopis Uddhava. Ze dachten:"Wie is dit? Hij lijkt precies op Krishna."Ze begonnen met elkaar te spreken:"Oh Sakhis, wie is die persoon die daar aankomt? ini ke? ini ke? Wie is dat? Wie is dat? Hij lijkt precies op Krishna maar hij heeft geen pauweveer op zijn hoofd en geen fluit in zijn handen dus het is Krishna niet. Maar hij heeft dezelfde huidskleur, dezelfde lengte en dezelfde leeftijd als Krishna."Uddhava zijn kar ging naar Nanda Maharaja zijn huis en bleef daar staan, toen besloten alle gopis er heen te gaan om meer informatie over deze persoon te verkrijgen."Wie is hij?""Hij is een boodschapper,a duta, hier gekomen vanuit Mathura. Krishna heeft hem hier naar toe gestuurd." Uddhava ontmoette Nanda Maharaja en Yasoda mata. Uddhava was gekomen om ze gerust te stellen. Toen Uddhava de diepgang zag van Nanda Maharaja zijn verdriet door gescheidenheid en Yasoda mata zag huilen, dacht hij bij zichzelf:"Hoe kan ik ze gerust stellen?"Uddhava is een jnani-bhakta. Hij heeft kennis. Dus hij zei:"Waarom heb je zo'n verdriet, Nanda Maharaja? Krishna is Bhagavan. Hij is al doordringend. Hij is overal. Warom ben je aan het huilen?" Nanda Maharaja zei:" Stop! Wat zeg je daar? Krishna is mijn zoon, mijn zoon, mijn zoon! Laat Krishna een isvara zijn maar hij is mijn zoon. Hij is mijn zoon."Moeder Yasoda zei:"Ik heb deze lekkere makhan-misri, zoete boter, voor Hem gemaakt. Ik heb een mooi bed voor Hem gespreid en ik heb een mooie bloemenketting voor Hem gemaakt. Het is allemaal voor onze Krishna. Als Hij niet onze zoon is, voor wie hebben we dit dan allemaal gemaakt?"Daarna begon Yasoda ata te huilen. Omdat Uddhava een jnani-bhakta is, was er trots in hem aanwezig. Hij kon het gemoed van Nanda Maharaja en Yasoda mata niet begrijpen. Uddhava vervloekte zichzelf:"Mijn missie heeft gefaald. Welke geruststelling kan ik ze geven? Zo een leiede zoals zij die voor Krishna hebben ontwikkeld, is bij mij afwezig. Wat is mijn leven nog waard? Mijn leven is niets meer waard, niets meer waard."



Gemotiveerd en ongemotiveerd

Uddhava ging naar de gopis. De liefde van de gopis voor Krishna was zelfs nog groter. Hun liefde is zeer,zeer zuivere liefde voor liefde, madhurya-rasa. Dag en nacht huilden zij in gescheidenheid van Krishna. Heel vaak vielen zij flauw. Ze aten en sliepen niet meer en werden erg mager en lagen maar op de grond. Ze dachten aan iedere plek van het het spel en vermaak van Heer Krishna en dachten dan:"dit heeft Krishna hier gedaan."Ze spraken alleen Krsna-katha en dachten aan niets anders dan Krishna. Ze waren zo mager geworden door de gevoelens van gescheidenheid van Heer Krishna dat de ringen die ze aan hun vingers droegen, armbanden om hun polsen waren geworden. Ze dachten altijd aan en spraken altijd over Krishna. Dit is echte liefde.

Toen zij Uddhava zagen, vertelden zij hem:"Oh Uddhava, priti heeft twee types: haituki-priti en ahaituki-priti, voorwaardelijke liefde of onvoorwaardelijke liefde."De gopis gaven toen een aantal voorbeelden:"toen de honingbij naar een bloem gaat, zingt zij, een zoemende geluid makend. Op deze wijze aanbidt zij de bloem en zoent dan de bloem maar met welke reden? Alleen om de nectar uit de bloem te halen. En wanneer de nectar er volledig uitgehaald is dan verlaat zij de bloem. Geen liefde meer. Dus nectar is de oorzaak van deze priti, deze liefde. Op gelijke wijze voelen prostituees zich aangetrokken tot rijke jonge mannen om geld te krijgen. Ze hebben enige priti voor de jongemannen zolang als dat ze geld hebben. Maar wanneer het geld op is, is hun priti ook verdwenen. Geld is de oorzaak van deze priti. En zo gaven de gopis nog meer voorbeelden. Toen zeiden zij:"Maar Uddhava, de liefde die we voor Krishna voelen is onvoorwaardelijk."

Brandende vraag

De gopis zeiden:"Oh Uddhava, als je zo'n grote jnani bent en als je een discipel van Brihaspati bent dan zul je wel veel kennis van rasa-sastra hebben. Als je enige kennis hebt van van rasa-sastra, dan zal je onze vraag kunnen beantwoorden. Als je het niet kunt beantwoorden dan zullen we zeggen dat je helemaal geen kennis bezit. Onze liefde voor Krishna is onvoorwaardelijk. Er is geen dubbelzinnigheid, geen persoonlijke motivatie in onze liefde voor Krishna. Dus vertel ons, waarom heeft deze viraha-duhkha, dit verdriet in gescheidenheid, ons overvallen? Onze liefde is zuiver en we hebben gehoord dat er door zuivere liefde er geen viraha, gescheidenheid bestaat. We voelen zoveel pijnen van gescheidenheid van onze zeer geliefde Krishna maar onze priti, onze liefde voor Krishna, heeft geen zweem van materialisme. Dat wat verband houdt met materie, heeft een oorzaak, upadhi. Maar onze liefde heeft geen materiele oorzaak, het is nirupadhikah-priti, zonder enige materiele oorzaak. Er is niets gemaakt aan onze liefde voor Krishna. Het is natuurlijk en spontaan. Waarom heeft dit verdriet van gescheidenheid ons dan overvallen? Beantwoordt alsjeblieft onze vraag.

"Eigenlijk, Uddhava, zijn we persoonlijk niet zo verdrietig door de gescheidenheid maar we voelen dit verdriet omwille van de gewone mens. Er is geen oorzaak en geen aanwijzing voor de zuivere liefde die we hebben voor Krishna. Als zo'n verdreit een gewoon mens overvalt dan zal hij denken:"Oh, ik ontwikkel geen liefde voor Krishna want er zit zoveel verdriet in."Niemand zal van onze geliefde Krishna houden, Hij die het ultieme onderwerp van liefde is. Dit geeft veel pijn in ons hart. Dus vertel ons Uddhava, waarom heeft dit plaats gevonden inzake nirupadhi-prema? Waarom?

Geen discriminatie

Dit zeggende, werden ze extatisch, volledig geabsorbeerd in gedachten aan Krishna en niets anders. Op ditzelfde moment konden zij geen onderscheid maken tussen goed en kwaad en wat gunstig of ongunstig is. Ze vergaten alles. De Bhagavatam(10.47.9) beschrijft:

ito gopyo hi govinde gata-vak-kaya-manasah

krsna-dute samayate uddhave tyakta-laukisah

De gopis, wiens woorden, lichamen en gedachten volledig gericht zijn op Govinda, hebben hun dagelijks werk opzij gezet nu dat de boodschapper van Krishna, Uddhava, bij hun aangekomen was.

Alhoewel Uddhava een vreemde was, voelden de gopis geen schaamte om al deze zaken met hem te bespreken. Zij discrimineerden niet:"Oh, hij is een vreemde. Wat zal hij wel niet denken van ons?" Zij hadden geen last van zulke gedachten. De gopis spraken altijd over Krishna en de liefde die ze voor Hem hadden. Zij waren altijd aan het huilen en huilen, zeggende:"ha Krsna! ha Vrajanatha! ha Gopi-janavallabha! ha arta-nasana!"-"Oh Krishna! Oh Heer van Vraja! Oh meest geliefde van de gopis! Oh vernietiger van verdriet!"Huilende, huilende en dit zeggende, stonden ze allemaal op en keken in de richting van Mathura. Hun handen in de lucht huodend met pijn in hun harten, zeiden zij:"Oh vraja-prana, oh leven van Vraja, kom alsjeblieft nogmaals hier naar toe om de situatie van de bewoners van Vrajabhumi te zien. Vanaf onze geboorte hebben we al liefde voor Jou. We kennen niemand anders dan Jou. Nu we verdrinken in de oceaan van viraha, kom dan alsjebleift nogmaals naar Vrajabhumi en laat ons Jouw lotusvoeten zien die als een schepen zijn die onze over deze oceaan van viraha heen kunnen helpen."Ze spraken dit alles uit in aanwezigheid van Uddhava. Ze dachten niet:"Uddhava is een vreemde. Wat zal hij wel niet denken?"Ze waren tyakta-laukikah, ze hielden geen enkele rekening met wereldse zaken. Ze hadden hun schaamte, lajja, opzij gezet. Zij dachten altijd aan het zoete spel en vermaak van de Heer in Vrajabhumi. Ze waren krankzinnig gworden en waren aan het huilen. In het Srimad-Bhagavatam(10.47.10) staat geschreven:

gayantyah priya-karmani rudantyas ca gatah-hriyah

tasya samsmrtya samsmrtya yani kaisora-balyayoh

Door constant te denken aan het spel en vermaak van Heer Krishna die Hij in zijn kindertijd en jeugd uitvoerde, bezongen de gopis dit spel en vermaak en hulden zonder schaamte.

De gopis spraken en herinnerden allemaal Krishna's kaisora-balyayoh, Zijn jeugdig spel en vermaak, en huilden. Toen Uddhava dit zag, zei hij:"Wat een liefde hebben zij voor Krishna. Zo'n liefde heb ik niet. Ik ken zo'n liefde niet. Ik dacht dat ik groot was, een groot geleerde, een dierbare vriend van Krishna, maar wat voor liefde hebben zij wel niet!"Op ditzelfe moment zei hij ook:"Krishna heeft me naar Vrajabhumi gestuurd. Waarom heeft Hij me zo een genade gegeven? Mijn leven is nu succesvol, de gopis zo ziende."

Stof van de gopis

Het Bhagavatam(10.47.63) beschrijft dat Uddhava op ditzelfde moment in zijn hart begon te spreken:

vande nanda-vraja-strinam pada-remum abhiksnasah

yasam hari-kathodgitam punati bhuvana-trayam

Keer op keer breng ik mijn eerbetuigingen aan het stof van de lotusvoeten van de vrouwen van Nanda Maharaja koeherdersdorp. Wanneer de gopis luid de heerlijkheden van Sri Krishna chanten, zuivert deze vibratie de drie werelden.

In zijn gedachten bracht Uddhava zijn eerbetuigingen aan de lotusvoeten van de jonkvrouwen van Vrajabhumi en hij zocht het stof van hun lotusvoeten. yasam hari-kathodgitam punati bhuvana-trayam-"De Hari-katha die die van de lippen van de gopis komt, zal de wereld zuiveren. Ik wil het stof van hun voeten hebben en het op mijn hoofd als versiering plaatsen. Als dit me niet lukt dan is mijn leven nutteloos. Mijn leven is droog omdat ik droge kennis heb zonder beleving. Als ik maar iets van het stof van hun lotusvoeten heb, zal mijn leven succesvol zijn."

Geen taal

Uddhava ontmoette Radharani. Radharani had diep verdiet door gescheidenheid en was volledig krnkzinnig. Ze was in een situatie die haar dood kon worden maar de dood kwam niet. Radharani had woede ontwikkeld. Dit gedrag staat bekend als madanakhya-mahabhava en Radharani is madanakhya-mahabhava-mayi, de verpersoonlijking van madanakhya-mahabhava. Door als smoes te spreken met de honingbij, was Radharani in haar woede harde woorden van liefde aan het spreken tegen Krishna. Dit staat bekend als Bhramara-gita, het lied van de honingbij. Na enige tijd werd Radharani wat rustiger. Uddhava stond er toevallig bij toen zij deze woorden sprak. Toen Uddhava zag dat de woede van Radharani enigszins bekoeld was, probeerde Uddhava dichterbij te komen. Uddhava die de liefde van Radharani voor Krishna hoorde en zag, zei Uddhava:"aho! aho!"Hij was verbaasd. "aho! aho!"Zo een liefde! Zo een liefde!"Ze huit altijd voor Krishna. Wat is mijn plicht hier? Ik beng hier naartoe gekomen om de gopis gerust te stellen maar ik geen woorden vinden die hun enigszins gerust zal stellen. Welke geruststelling kan ik ze geven? Ze hebben zo'n zuivere liefde voor Krishna ontwikkeld. Eerder dacht ik dat aan het huilen is door het verlies van materiele zaken zoals rijkdom of het verlies van familieleden en normaal gesproken biedt iemand ze dan wat geruststelling door te zeggen:"Dit is materieel, tijdelijk en onderwerp van vernietiging, de dood. Waarom huil je? Huil toch niet. Geef het huilen op. Ontwikkel jouw eeuwige relatie met de Heer!"Met deze woorden kan ik wat verlichting bieden. Maar wat zeg ik tegen de gopis? In deze gehele wereld kan ik geen woorden vinden die geruststelling kunnen bieden. Zij huilen voor Krishna. Hoe kan ik zeggen:"Huil niet voor Krishna? Hoe kan ik dat nu zeggen? Als ik zeg, huil niet voor Krishna dan is dit een grote overtreding. Het is het ultieme purusartha, het ultieme doel in het leven om krsna-prema te ontwikkelen en te huilen voor Krishna. Dit is nodig, en de jonkvrouwen van Varjabhumi hebben dit. Ik, Uddhava, heb dit niet verkregen. Mijn leven is nutteloos!"

Op deze manier denkende, vervloekte Uddhava zichzelf:"Hoe kan ik zeggen, huil niet. Iets in me zegt dat ik ze zou moeten vertellen: huil meer, meer, meer! Hoe kan ik ze vertellen: huil niet." Uiteindelijk vereerde Uddhava ze:"Oh gopi jonkvrouwen van Vrajabhumi, jullie zijn onevenaarbaar. Jullie hebben zo een liefde ontwikkeld voor Krishna. Vele yogis, munis en sadhakas hebben voor honderden en duizenden jaren sadhana beoefend en sommigen zelfs voor vele levens maar nog steeds hebben ze deze krsna-prema nog niet verkregen. Maar jullie hebben het wel. Jullie gehele leven, jullie totale lichamen zijn gemaakt voor krsna-prema. Daarom vereert iedereen uit de drie werelden jullie. Iedereen vereert krsna-prema. Alhoewel bijna niemand dit kan verkrijgen, hebben jullie deze krsna-prema. Jullie zijn geheel overgegeven, sarva-dharman parityajya mam ekam sranam vraja."De gopis zijn het voorbeeld van volledige overgave. Ze hebben alle dharmas, zelfs veda-dharma, de Vedische etiquette, de Vedische regels, opgegeven. Hun overgave is volledig gebaseerd op zuivere liefde. Behalve wanneer iemand deze zuivere liefde ontwikkelt dan is de overgave onnatuurlijk, incompleet, gedeeltelijk en geconditioneerd. Als er geen prema aanwezig is dan is het geen echte overgave.

Vereerd door de drie werelden

dana-vrata-tapo-homa japa-svadhyaya-samyamaih sreyobhir vividhais canyaih krsne bhaktir hi sadhyate

Toegewijde dienst geircht aan Krishna wordt verkregen door liefdadigheid, een strenge eed, boetedoeningen en vuuroffers, door japa, bestuderen van Vedische teksten, het volgen van regulerende principes en natuurlijk door het verrichten van vele andere gunstige oefeningen.

Als je aan je sadhana werkt dan ben je een sadhaka. Wat is het doel van sadhana? Dit is krsna-prema. Er zijn vele types van sadhana. Iemand kan een liefdadig persoon zijn, dana, liefdadigheid, gevend. Anderen volgen vrata, een eed. Anderen ondergaan zware tapasya, boetedoeningen. Anderen brengen yajna. Anderen chanten japa. Anderen bestuderen de Veda's. Anderen doen hun best de zintuigen te controleren of af te wenden, samyamaih. Er zijn verschillende types van sadhana maar het doel is krsna-prema. Uddhava zei tegen de gopis:"Jullie hebben al het ultieme doel bereikt, het ontwikkelen van zuivere liefde voor de lotusvoeten van Govinda. Dit is de reden dat alle bewoners van de drie planetaire stelsel jullie vereren, tri-bhuvana-pujitah. Jullie zijn de belichaming van deze prema. Zulke prema is anuttama, onvergelijkbaar, en sad-uttama, het allerhoogste. Er bestaat geen limiet. Zoals bijvoorbeeld het vuur, vuur heeft een brandende capaciteit in zich maar deze capaciteit wordt niet beschadigd door vuur, ajita vastu noy. De capaciteit om te branden behoort tot de natuur van vuur. Iemand kan dit niet scheiden van het vuur. Prema-bhakti, oftewel in vaisnava taal, mahabhava-laksana, is een met jullie, oh gopis. Jullie hebben het niet verkregen maar het is onafscheidelijk van jullie. muninam api durlabha, welke grote munis en rsis kunnen zelfs niet door zware boetedoeningen voor honderden of duizenden jaren verkijgen wat jullie al hebben. Oh gopis, door mideel van jullie activiteiten leren jullie ons hoe we leifde voor Krishna moeten ontwikkelen. Vrajabhumi is de meest glorierijke plaats van alle plaatsen binnen de drie planetaire stelsels, het is zo glorieus omdat jullie gopis daar verblijven. Krishna geeft de meest vertrouwelijke instructie in de Gita, sarva-dharman pariyaiya mam ekam saranam vraja, laat alle vormen van dharma voor wat ze zijn, zelfs de veda-dharma, en geef je over aan Mij. Jullie hebben dit gedaan. Jullie zijn de belichaming van deze mantra, sarva-dharman pariyaiya mam ekam saranam vraja. In de drie werleden heb ik nog nooit iemand gevonden die alle dharma heeft opgegeven voor Krishna. Jullie zijn de belichaming van deze mantra.

distya putran patin sva-janan bhavamani ca

hitvavrnita yuyam yat krsnakhyam purusam param

Door jullie grote geluk hebben jullie jullie zonen, echtgenoten, lichamelijk comfort, familieleden en huizen verlaten om de opperste man, die bekend staat als Krishna, te plezieren.

Zij die tot Krishna gekomen zijn, hebben alles in deze werled opgegeven. Maar er is een verschil met jullie verzaking, oh gopis. Jullie verzaking is gebaseerd op zuivere liefde. Hun verzaking is gebaseerd op vicara, een overweging. Wat is deze overweging? Iemand dient alles te verzaken anders kan deze persoon Krishna niet verkrijgen. Maar jullie vicara is niet gebaseerd op deze overweging. Jullie verzaking is natuurlijk en gebaseerd op zuivere liefde. Jullie hebben niet in de gaten dat jullie van alles onthecht zijn. Andere sadhaka's onthechten eerst en dan krijgen zij Bhagavan. Maar wat hebben jullie gedaan? Vanaf het begin hadden jullie zuivere liefde voor deze purusottama-krsna. Omdat jullie deze liefde hebben, zijn jullie van alles onthecht. Andermans onthechting is sadhana en sadhya, de weg en het einde. Ze verrichten sadhana, de weg, en dan verkrijgen ze het einde. Maar jullie onthechting is van nature.

Het antwoord van Uddhava

"Jullie hebben zulke, zulke liefde voor Krishna. En jullie leren de gehele wereld dat krsna-prema parama-purusartha, het uiteindelijke doel is."

sarvatma-bhavo dhikrto bhavatinam adhoksaje

virahena maha-bhaga mahan me 'nugrahah krtah

Jullie hebben terecht de privilege van onvoorwaardelijke liefde voor de Heer opgevorderd, oh gloriueze gopi's. Zeker door jullie uiting van jullie liefde voor Krishna in gescheidenheid, hebben jullie mij grote genade geschonken.

"Wanneer prema steeds meer ingedikt wordt, wordt het sneha. Wanneer sneha steeds meer ingedikt wordt dan wordt het mana. Wanneer mana ingedikt wordt dan wordt het pranaya. Wanneer pranaya ingedikt wordt dan wordt het raga. Wanneer raga ingedikt wordt dan wordt het anuraga. Wanneer anuraga ingedikt wordt dan wordt het bhava en wanneer bhava ingedikt wordt dan wordt het mahabhava. Deze mahabhava is de vijfde en uiteindelijke plaats van de ontwikkeling van transcendentale liefde. Jullie gopi's zijn allemaal mahabhava-mayi, de belichaming van deze mahabhava. Zelfs Mahadevi kan niet verkeijgen wat jullie hebben verkregen. In mijn opinie is er geen gescheidenheid in zo een mahabhava. Hoe kan Krishna gescheiden van jullie zijn als jullie zo een liefde, mahabhava, hebben? Jullie zijn zeer fortuinlijk. Jullie gescheidenheid is alleen een externe aangelegenheid-bahiranga-vyapara. Krishna bevindt zich zowel binnen als buiten jullie. Ik kan het niet begrijpen, er geen woorden voor vinden. Ik heb er zeer diep over nagedacht en in mijn beleving is jullie viraha, gescheidenheid, een externe aangelegenheid. Alleen om enige genade op mij te laten druppelen, Uddhava, die jivadhama is, een zeer gevallen ziel, hebben jullie deze viraha. Er kan nooit enige viraha onder jullie zijn. Hoe kan Krishna gescheiden zijn van jullie? Krishna is gebonden door jullie liefde en jullie hebben zo een ongelooflijke liefde. virahena maha-bhaga mahan me 'nugrahah krtah- alleen door door enige genade aan mij, een gevallen jiva, Uddhava, te schenken, hebben jullie deze viraha tentoon gespreid. Anders zou deze viraha gewoonweg niet aanwezig zijn.

Uddhava's transformatie

We dienen te begrijpen hoe Uddhava veranderd is. Eerst dacht hij dat hij zeer dierbaar was voor Krishna en dat hij een groot jnani was, pandit, brhaspati-sisya, een discipel van Brihaspati met veel kennis. Nu is deze trots vernietigd. Nu veroordeelt hij zichzelf en zegt:"Ik, Uddhava, ben de meest gevallen persoon. Om me genade te kunnen geven, is deze viraha daar. Deze prema is zeer krachtig-sakti-sarva-vastu. Ik had ervan gehoord en ik had er vertrouwen in. Maar ik had nog nooit de glorie van prema gezien. Nu ik de kans heb gehad om met mijn eigen ogen te zien wat krsna-prema is. Als er niet zo een viraha was, zo een gescheidenheid, dan zou Krishna me hier niet naar hebben gestuurd. Hij heeft me naar jullie toegestuurd en nu weet ik dat dit zeer fortuinlijk is. Ik ben zeer fortuinlijk dat ik naar Vrajabhumi ben gekomen en jullie mag zien. Jullie zijn de belichaming van mahabhava-bhakti, krsna-prema. Krishna heeft me een grote genade gegeven door toe te staan jullie te zien. Jullie hebben me gevraagd waarom er viraha aanwezig is in nirupadhi-prema. Mijn antwoord is dat om mij, deze jivadhama, meest gevallen jiva, Uddhava, enige genade te geven, daarom is er viraha. Ik zou niet weten welk ander antwoord ik zou moeten geven."

Uddhava is een zeer dierbare toegewijde, sujana, Krishna's eigen voorman. Door hem naar Vrajabhumi te sturen, heeft Krishna zijn trots op wonderbaarlijke wijze vernietigd. Het volgende Bhagavatam(10.31.6) vers is zeer belangrijk in dit deze:

vraja-janarti-han vira yositam

nija-jana-smaya-dhvamsana-smita

bhaja sakhe bhavat-kinkarih sma no

jalarudhananam caru darsaya

Oh Jij, die het lijden van de bewoners van Vraja vernietigt, oh held van alle vrouwen, Jou glimlach breekt de valse trots van de toegewijden in stukken. Alsjeblieft, dierbare vriend, accepteer ons als Jouw dienaressen en laat ons Jouw prachtige lotusgezicht zien.

De vers zegt, nija-jana-smaya-dhvamsana, als per ongeluk trots ontwikkeld bij Zijn eigen mensen dan vernietigt Krishna deze trots. Hij vernietigde de trots van Arjuna door hem de jambuka te laten zien en hier vernietigde Hij de trots van Uddhava door hem naar Vrajabhumi te sturen. Trots is een groot struikelbrok op het pad van de bhakti. Het is demonische kwaliteit, dambho darpo bhimanas. Daarom zegt Mahaprabhu:

trnad api sunicena taror iva sahisnuna

amanina manadena kirtaniyah sada harih

Geef jouw trots op. He de denkwijze waarbij je jezelf lager acht dan een grasspriet op straat. Wees verdraagzaam als een boom. Vraag geen respect, maar breng jouw eerbetuigingen aan alles en iedereen. In deze gemoedstoestand chant je: Hare Krsihna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare. Als je dit alles doet dan ben je verzekerd dat je krsna-prema zal ontwikkelen en jouw leven succesvol zal zijn. Dit is een diepgaand onderwerp. Hoeveel mensen hebben dit begrepen, ik weet het niet. Maar als enkele toegewijden het hebben begrepen dan heb ik al een beetje succes behaald.